Deel 17: Rebma

Een dagje thuis geweest. Wel lekker, even alles gewoon. Fijn met mijn moeder kunnen praten. Ze wil dat ik Julian de groeten doe, ze lijkt het idee dat hij mijn vader is prettig te vinden. Wat mij enorm verbaasd is dat ze geen van de drie mannen ooit meer heeft gezien na die korte tijd dat ze een relatie met hen had. Waarom me dat verwondert? Corwin en Julian wisten beiden van mijn bestaan. Corwin leek al snel na mijn geboorte op de hoogte te zijn (zo heeft hij het me laten voorkomen althans), Julian pas veel later. Goed, dat hij nooit contact heeft gezocht met mijn moeder is misschien niet zo vreemd, dat ligt niet in zijn aard. Hij heeft haar verlaten omdat hij niet in de weg van Corwin wilde staan - die naderhand dus ook niet meer terug kwam. Ook van Bleys heb ik begrepen dat hij eerder wist dat ik er was. Maar dat blijft inderdaad tamelijk vaag allemaal. Net als dat mijn moeder me alweer verzekerde dat er volgens Bleys niets is gebeurd tussen haar en hem. Wat moet dat een ontzettend moeilijke periode zijn geweest voor haar. Zwanger zijn van iemand; je weet niet wie. Een kind krijgen dat toch niet helemaal is zoals andere kinderen. En geen support van één van de mogelijke vaders. Oh, er is wel gezorgd voor mij, maar dat weet zij niet. Ze hebben haar eigenlijk aan haar lot over gelaten, al denk ik niet dat één van hen dat bewust heeft gedaan.
Ik heb Ronardo en Rhexenor ook laten komen, om ze te laten zien waar ik vandaan kom. Tja, even niet bij stil gestaan dat beiden natuurlijk ook een beetje vreemd zijn in de ogen van mijn ouders en niet erg van deze wereld lijken te komen. Oleg was aardig in zijn sas met mijn neven trouwens, ze hebben zo’n beetje dezelfde interesses en hebben hem aardig geholpen met zijn nieuwste project.
Ik heb geprobeerd om mijn ouders iets uit te leggen over Amber, maar dat was moeilijk. De vergelijking met Avalon, het land voorbij de Mist, van mijn Aarde vader was waarschijnlijk de beste uitleg mogelijk.
Ik heb trouwens naar gedroomd. Ik ben bang dat dit de eerste is van vele dromen. Een manier van Oberon om me te dwingen? Ik droomde dat iemand naar me op zoek was en me bijna had gevonden. Toen werd ik wakker. Deze droom was niet echt naar. Een andere echter was onheilspellend, een kaal landschap met stukken steen van oude gebouwen. In de verte een grote bloedrode maan aan de hemel met daartegen het silhouet van een altaar.

En nu zijn we dan in Rebma. Heel vreemd om hier te zijn, om de vissen in mijn kamer te zien zwemmen. En alles is hier zo doodgewoon, er gebeurt echt helemaal niets! Ik bedoel maar, als één van mijn tafelgenoten alle namen gaat opnoemen van de vissen die er in zijn schoonmaakploeg zitten… Grrr!
We hebben Moyra weer ontmoet die niet kan wachten op nieuwe avonturen met Ronardo. Dat schijnt haar nieuwste vlam te zijn. En haar broer Gwyndrod, die ze meteen aan mij probeerde te koppelen. Wat is dat nu met sommige vrouwen dat ze alleen maar aan koppelen kunnen denken? Mijn moeder heeft een aantal van die vriendinnen voor wie dat een dagtaak is. Ergerlijk gewoon! Ik wil niet trouwen met een groenharige man die onder water leeft. Dank je wel. Dat koppelen is dus erg vervelend, want Gwyndrod is best een aardige jongen. Nu heeft dat een soort nare bijsmaak gekregen.
Moyra is trouwens best erg verwend. Hebben we daar al wat van gezien in Amber, hier is het nog een graad erger. Ze loopt het personeel te koeioneren en denkt echt dat ze alles kan.
Haar moeder, Moire, is de koningin. Een statige dame die ons uit plichtsgevoel heeft uitgenodigd. Llewella is haar halfzuster. Ik vraag me af wat iemand als Llewella hier nu bezig houdt, maar misschien is er meer in Rebma dan ik denk.
Het verbaasde me te zien dat de vader van Moyra en Gwyndrod al zo oud is. Echt oud, dat had ik helemaal niet verwacht. Erg beleefd en formeel, niet echt een sprankelend iemand.
En hier hebben ze ook een Merlijn. Een oude Alchemist, groene baard. In zijn laboratorium had hij zowaar een steen met een zwaard staan! De nakomeling van de ene Koning zou hem kunnen trekken, nu weten we zeker dat Rhexenor, Ronardo, Gwyndrod en Sean dat niet zijn.

We zijn in Rebma gekomen via de trap aan de kust. Was een zeer benauwende ervaring kan ik zeggen. In de toekomst zal dat gelukkig niet meer nodig zijn, nu zijn we aangepast en kunnen we gewoon via troef in Rebma komen.

Rebma dus. Hmm, wat kan ik daar nog voor boeiends over opschrijven. Het is oud, heel erg oud. Het lijkt ouder dan Amber, maar het water slijt natuurlijk een hoop geschiedenis weg. De tekens die ik regelmatig terug zag komen leken nog het meest op een dialect van Sanskriet, het moet mogelijk zijn daar ooit een stukje van te decoderen en te vertalen. Eigenlijk had ik verwacht dat er al onderzoek was gedaan naar dat schrift, maar niets is minder waar. Llewella schijnt er mee bezig te zijn geweest, maar ik kreeg de indruk dat het weinig resultaat heeft gebracht.
Verder is Rebma eigenlijk heel erg saai. Natuurlijk kan ik het waarderen dat ik daar te gast mocht zijn, eens moet iemand dat hebben mee gemaakt. En ze waren vriendelijk, zelfs de koningin. Maar er gebeurt helemaal niets, het leven kabbelt daar verder, zowel letterlijk als figuurlijk.
Ik geloof niet dat Moyra me nu nog mag. Inderdaad ben ik het geweest die tegen de jongens zei dat ze het eerst maar met Moire moesten opnemen, aangaande het al dan niet mee gaan van Moyra ‘op avontuur’. Ze vindt me een spelbreekster. Zei dat ze dacht dat we ‘vriendinnen’ waren. Als een soort troost zei ik dat ik eigenlijk geen vriendinnen had, dus dat het niets persoonlijks was. Met die opmerking heb ik het helemaal verknald. Ach, er erg mee zitten kan ik niet. Moyra is best aardig, maar oh zo kinderlijk.
Haar moeder vond trouwens dat ze er niet aan toe was om mee te gaan. Ze had daarvoor dezelfde argumenten die ik ook heb. En aangezien ons bezoek aan Rebma zonder incidenten is verlopen, leek het me erg onverstandig om alles te verprutsen door Moyra te ontvoeren. Wat inderdaad haar bedoeling was. Haar te ontvoeren, bedoel ik.

Och, er moet nog een verslag gemaakt worden voor koning Random. Ik geloof dat we hem behoorlijk buiten alles laten. Ik heb trouwens die opmerking van hem wel gehoord.
“Niet verwacht dat een dochter van Julian een verovering zou maken. Ja, als koning weet je dat.” Dat sloeg zeker niet op die verovering…

Oh ja, de verovering dus. Waar het helemaal om ging: ter afscheid had Gwyndrodh me een kus op de wang gegeven. Blijkbaar een enorme overwinning voor hem en ik vraag me af waar ik dat nu aan verdiend heb.

En ik heb mijn derde Patroon gelopen. Helemaal onverwacht, wat mij betreft. Ik was er niet naar op zoek, zoals Ronardo, maar liep er min of meer uit verveling in. Tja, en dan kun je niet meer terug. Wat was dat zwaar zeg! Anders weer dan de vorige twee. En tamelijk erotisch, ik weet zeker dat de Rebmanen dit in hun blootje lopen.
Het is goed om een derde patroon te hebben gelopen. Ik weet nu ook zeker dat ik nog een stukje mis, ik zal dat Oerpatroon toch eens moeten lopen. Ook denk ik dat het reizen door Schaduwen wat gemakkelijker zal gaan.

In Amber hebben Ronardo en ik Bleys nog gesproken. Hij blijft enthousiast doen tegen mij. Hij heeft heel veel uitgezocht over dat bloed. Het komt er op neer dat door omgang met een Amberiet, iets in het bloed wordt veranderd. De ideeën die Bleys heeft over de gevolgen zijn erg grimmig, maar ik denk helaas dat hij gelijk heeft. En ik begin meer en meer het idee te krijgen dat ik inderdaad naar die ene wereld moet reizen om contact te leggen met die Ctulhu. Ik heb er geen zin in, mystieke zaken zijn interessant, maar dit heeft meer met het occulte te maken. Ik ben bang dat dat niet helemaal mijn ding is.

Wat nu te doen? Eerst maar eens bijpraten met Julia. En er vooral aan denken haar niet te vragen contact te leggen met wie dan ook. Mandor wil ik ook te spreken krijgen, dat wil ik via Martin gaan regelen. Ach, zoveel dingen te doen…

Zal ik mijn vader weer eens troeven? Of zou hij me dan een lastig kind vinden? Hoe moet ik hem eigenlijk noemen?

No comments: