Deel 29: Ontmoeting met Brand

In Jeruzalem zijn we nooit gekomen. Na een paar dagen reizen gebeurde er iets vreemds: er verscheen een soort enorme schotel in de lucht die zich vlak bij ons zette op een paar enorm lange stelten. Het maakte een ongelooflijk hard geluid. Rhexenor was enthousiast en rende er naar toe, ik besloot om bij de paarden te blijven die verstijfd waren van de schrik. Toen hij na enige tijd nog niet terug was, ben ik ook die kant uitgelopen, maar ineens steeg de schotel weer op en was verdwenen. Inclusief Rhexenor.
Natuurlijk maakte ik me zorgen. Ik kon terug reizen naar de tempel, of verder gaan naar Jeruzalem. Er was gezegd dat daar een bijzondere plaats was, dus ik besloot verder te reizen. Boudicca en het paard van Rhex waren weer in orde toen de schotel weg was. Fillipien was duidelijk wat gewend, had geen last gehad van angsten.

In een nederzetting die ik onderweg aandeed, voelde ik me bijzonder bekeken. Niet alleen door de Arabieren, maar ook door een man die op het dak stond van 1 van de lemen hutten en me van top tot teen stond op te nemen. Hij droeg een zwaard dat zeker niet van deze wereld was en ik had het gevoel dat de man dat zelf ook niet was. Toen ik weg ging, knikte ik naar de man op het dak, ten teken dat ik hem gezien had.
Zoals ik had verwacht, achtervolgde hij me even later op een kameel. Ik zocht een geschikte plaats om wat te rusten en uit te vinden wat hij van me wilde.
Ik had eerlijk gezegd niet verwacht dat het Brand zou zijn. Ome Brand, die knettergek zou zijn. Ik was gewaarschuwd tegen hem, dus behoorlijk op mijn hoede, misschien wel iets te veel. Een ding was heel duidelijk, hij beheerste de Macht der Troeven in de puntjes, dus het verhaal over afluisteren zou erg waar kunnen zijn. En hij had nog een verrassing voor me in petto: Random zou mijn vader zijn. Wel voegde hij er meteen aan toe dat hij niet gelukkig zou zijn als dochter van Random en liet zien dat hij in een vrouw kon veranderen. Het was gewoon perfect. Dus hij is ook nog een veranderaar. Ik merkte op dat ik in ieder geval een Amberiet als vader had. Het leek erop dat hij niet precies wist wie er daarvoor in aanmerking kwamen, maar hij zei dat hij het in ieder geval niet was en Bleys ook niet. Hij had me een hand gegeven tijdens het voorstellen, misschien dat 1 van zijn vele ringen had aangegeven dat ik geen directe familie van hem ben, of dat hij dat gewoon wist.
Ook gaf hij aan dat het wel degelijk uit te vinden is wie mijn vader echt is…. Ik poeierde dit een beetje af, beweerde dat ik het niet hoefde te weten. Ook heb ik hem bijna niets verteld waar ik nu mee bezig ben, al had ik het idee dat hij er vast meer over kon vertellen. Ik heb hem gezegd dat ik niet zijn vijand was, maar de tijd wilde hebben om mijn eigen oordeel te vormen. En dat ik gewaarschuwd ben voor hem en daarom heel voorzichtig ben met wat wel en wat niet te zeggen. Leuk vond hij dit niet, kort daarna nam hij afscheid. Wel zei hij nog dat ik wist hoe hem te bereiken.

Misschien had ik hem alles moeten vertellen, maar ik ben nu eenmaal voorzichtig van aard. Iemand als Brand kan heel gemakkelijk aan alle informatie komen die hij wil, dus dat kan het probleem niet zijn. Waarom hij me opzocht? Hij zei dat hij kennis wilde maken, dat kan natuurlijk waar zijn. Ik vroeg me af waarom hij aankwam met het idee dat Random mijn vader zou zijn. Eigenlijk was ik er een beetje van geschrokken, maar iets zei me dat dit niet waar kon zijn. Mijn moeder heeft geen melding gemaakt van een eventuele vierde persoon en ik geloof dat ze de waarheid heeft gesproken over de drie mannen in haar leven. En interessant was het natuurlijk om te weten dat Bleys mijn vader niet is! Dus blijven er nog maar twee mogelijkheden over. En is het aan mij of ik ga vertrouwen op de uitslag van een test van Brand of op mijn eigen gevoel.

Ook besloot ik mijn plannen te wijzigen. Het zou nog weken duren eer ik in Jeruzalem zou aankomen, ik kon net zo goed gaan proberen om door schaduw te reizen, tot ik ergens kwam waar ik kon uitzoeken wat er met Rhexenor was gebeurd.
Met veel moeite lukte het. Water bleek in deze wereld de sleutel. Nog een paar schaduwen later kreeg ik eindelijk contact met Rhexenor. Deze was gewoon zichzelf, ja, was ontvoerd geweest, had een opdracht moeten doen voor die alien en was nu op zoek naar Corwin in gezelschap van Julian, Caine, Bleys en Corwin. Ik vroeg hem de groeten te doen aan Julian.

Ik ging proberen of het zou lukken om het Patroon in mijn hoofd te lopen. Daarvoor zocht ik een rustige plaats op waar ik de tijd had me te concentreren. Vanaf het moment dat ik denkbeeldig mijn voet aan het begin zette, was er geen terugweg meer mogelijk. Met heel veel moeite doorliep ik het Patroon. Eenmaal in het midden wilde ik aan de voet van de Kolvir uitkomen. En dat gebeurde ook.
Het patroon lopen in mijn hoofd was bijzonder uitputtend geweest, niet iets wat ik even vlug zou kunnen.

In kasteel Amber ben ik een gesprek aangegaan met Random. Deze keer was hij bijzonder vriendelijk op een serieuze manier. Dat vader verhaal had hij aan Brand opgehangen om me te beschermen en zodat deze me een beetje in de gaten kon houden. Natuurlijk is hij mijn vader niet, hij is noot in de buurt van mijn moeder geweest. Hij heeft wel een dochter en een paar zonen. Verder zei hij dat ik het geluk had dat Julian officieel mijn vader is, dat weerhield sommige families ervan om huwelijksaanzoeken te sturen en de enkele die er was geweest, was door Julian onmiddellijk van de hand gewezen, zonder dat hij er zelfs maar naar had gekeken. Met Corwin als vader zou het lastiger zijn geweest, Random was er van overtuigd dat deze ieder aanzoek zeker in overweging zou hebben genomen en me geprobeerd zou hebben te overtuigen van het nut ervan.
Dat was bijzonder interessante informatie. Ik wist niet eens dat er sprake was geweest van echte aanzoeken, hoewel Flora wel eens iets heeft gesuggereerd. En al helemaal niet dat mijn vader de huwelijkskandidaten afwijst en tevens afschrikt. Dat bevalt me wel.

No comments: