Deel 6: Onderhandelingen.

Natuurlijk verknoeide ik die onderhandelingen. Nou, niet helemaal en er is in feite nog niets verloren. Maar ik kreeg het gevoel steeds meer en meer de speelbal te worden tussen diverse Amberieten. Ach, hoe leg ik dat nu uit. Het komt er op neer dat ik best wil praten in de hoop om wat meningsverschillen ofwel bespreekbaar te maken, ofwel op te lossen. Maar Dalt is niet bepaald een figuur dat met zich laat praten, hij heeft zijn mening klaar en er valt niet aan te tornen. Verder waren zijn eisen natuurlijk te belachelijk om over te praten, toch heb ik mijn best gedaan hem serieus te nemen. Iets dat niet op prijs werd gesteld overigens. Nee, ik word nu gezien als degene die er tussenuit snaait als het haar niet bevalt en haar ‘teamleden’ in de steek laat. Waarschijnlijk hebben ze nog gelijk ook. Maar waar liggen de belangen van de oudere Amberieten nu precies? Zouden ze blij zijn met de nieuwe familieleden zodat die weer in te zetten zijn voor hun eigen belangen? Hen te vormen naar hun eigen model? Er zijn er nogal wat gesneuveld in de afgelopen tijd, blijkbaar hebben ze nieuw bloed nodig? Begrijp me goed, met Amberieten bedoel ik niet alleen die in Amber wonen, maar eerder alle afstammelingen van Oberon. Deze familie is knettergek. Oh, allemaal heel aardig hoor, maar ondertussen… Het is me geheel niet duidelijk waar mijn loyaliteit wordt verwacht. Hmm, nu ik dit zo terug lees, besef ik dat dit niet erg duidelijk is. Ik zal proberen duidelijker te omschrijven wat er gebeurd is.

Aangezien Random vond dat we haast moesten maken met die onderhandelingen, werden we meegestuurd met huismeester Michael. Deze gaf ons een dodelijk saaie rondleiding door de wapenkamers en drong me een soort gewatteerde onderjurk op . Verder kreeg ik nog een lantaarn, olie en verbandspullen. Dat laatste zou vast nuttig zijn. Daarna ben ik nog even met koningin Vialle gaan praten. Een vriendelijke dame die er ook niets aan kan doen nu aan Random vast te zitten. Natuurlijk probeerde ik een positief geluid te laten horen, ik had vaak genoeg gelezen in boeken dat geregelde huwelijken heel goed uitpakten. Maar toen ze me vroeg of ik dit dan wilde, stond ik met mijn mond vol tanden. Nee, natuurlijk niet. Ze glimlachte en zei me dat als ik daar ooit problemen mee kreeg - een paar tantes zijn inmiddels druk doende om mijn huwelijk te arrangeren - om met haar te komen praten. Zij zou me helpen. Door dat gesprek kreeg ik de eerste hint dat ze van me af wilden.
Verder vertelde wat ze wist van Dalt: zijn moeder, Deela, was een streng religieuze vrouw die met haar plunderende leger aan de rand van de Gouden Cirkel rond trok. Het schijnt dat ze door Oberon is verslagen, deze haar gedwongen heeft en dat het resultaat daarvan Dalt was. Later begon ze weer met plunderen en toen heeft Oberon Bleys met een nog groter leger erop afgestuurd. In die slag is ze gesneuveld.

We werden doorgehaald door alweer een andere oom, degene die kamp had opgeslagen in de buurt van Dalts troepen.
Benedict is een lange, magere man met sluik bruin haar en lichtbruine ogen. Gekleed in oranje tot geelbruine kleding. Hij deed streng tegen mijn neven en was uiterst vriendelijk tegen mij. Heel even vroeg ik me af of hij zichzelf ook zag als vader? Maar nee, ik denk dat dit misschien een eigenschap is die Grootvader Oberon aan veel van zijn zonen heeft meegegeven: ze weten hoe ze met vrouwen moeten omgaan. Benedict begroette zelfs Fillipien die naar hem hapte. Zoals het hoort en zoals Benedict ook verwachtte.

Tussen al het gepraat over wapens door, kwamen er ook meer interessante onderwerpen aan de orde. Zo wist Benedict niet dat Deirdre weer terug was. Nu wel. En werd ene Llewella genoemd, een halfzus uit Rebma die heel aardig is en zich niet met de familieperikelen bemoeit. Benedict is trouwens de oudste zoon, zeker een paar 1000 jaar oud. Logischerwijs had hij koning moeten zijn en niet Random, die de jongste is. Officieel dan.
Verder was hij blij dat wij gingen onderhandelen, Dalt ziet iedereen van Amber als de vijand. Vier weken geleden heeft Benedict hem overhoop gestoken, dood naar hij dacht, maar Dalt kwam weer terug.

Hij regelde paarden, ik kreeg een riem voor die dolk die ik mee genomen had in mijn koffer (daar was Benedict niet erg over te spreken, blijkbaar had hij verwacht dat ik het in mijn handen mee zou nemen) en we gingen op weg.

Na een paar uur rijden werden we beschoten door mannen in zwarte pakken met een cape die door Ronardo ‘Storm Troopers’ werden genoemd. Blijkbaar kende hij dat soort wachters. Natuurlijk gaven we ons over.

Nou en dan Dalt. En de onderhandelingen. Te belachelijk om over te praten. Dalt is best een knappe vent met donkerblond haar en blauwe ogen en komt zelfs sympathiek over, maar hij heeft een behoorlijk bord voor zijn kop. Ach, voor de grap schrijf ik zijn eisen nog maar een keer op (wat ik daar ook had gedaan trouwens en waarvan Benedict en Random later vol ongeloof zeiden: heb je dat nog opgeschreven ook?).
- hoofd van Bleys
- geen koning meer in Amber
- kasteel af laten branden
- Amber geeft zich over
- Namens Oberon erkent de familie diens misdaden jegens Dalts moeder
- Religie rond Amber wordt afgeschaft.
Dat laatste vond ik een beetje vreemd, totdat Dalt uitlegde dat men Amberieten zag als goden. Oh. Tja, daar wist ik niets van. Toch eens vragen in de familie. Oh ja, alle mogelijke onderhandelingen werkten totaal niet, hij ziet Amberieten als de vijand, verdorven, verkeerd, van de duivel en meer van dat soort fraais. Zijn ideaal is om deze wereld te bevrijden van Amber en te bekeren. Klonk allemaal zeer hoogdravend en zeer idealistisch. Oh, we kregen meer uitleg hoor, zijn moeder was een priesteres van de Eénhoorn (ik wist niet eens dat dat echt een godsdienst was) totdat ze inzag dat Amberieten geen goden waren en ten strijde ging trekken tegen hen. Ze is gedood door Bleys toen Dalt 8 jaar was, hij is ontsnapt met een bediende.

En toen kwam hij met het idee dat we hem maar eens beter moesten leren kennen. Dus in dat geval kon hij ons niet laten gaan. Hoe lang dat zou duren? Och, een paar weken, een paar jaar? Terwijl Rhexenor en Ronardo dit een redelijke eis leken te vinden, voelde ik hier totaal niets voor. Waarom zou ik Dalt beter leren kennen? Ik kende die lui van Amber al amper. Misschien zou ik een betere onderhandelaar zijn als ik zijn kant wist, maar dan moest ik ook de andere kant weten. En ik voelde eigenlijk helemaal niet voor dit soort politieke spelletjes, ik had steeds meer het gevoel een marionet te zijn.

Oh ja, en toen kwam Moyra ineens aanzetten. Was ook gevangen genomen, van mening dat ze met ons mee moest (waarom eigenlijk) omdat ze bij ons hoorde (oh ja?). Vond zichzelf zeer waardevol als dochter van de koningin van Rebma. Dalt vond die lui wel aardig, maar blijkbaar niet waardevol, al was hij te beleefd om dat zo te zeggen.
Ik kreeg Moyra niet omgepraat om met me mee terug te gaan, ze vroeg zich af waar ik me mee bemoeide… ja, waarmee eigenlijk? Waar maakte ik me nog druk om? Ik besloot om hier helemaal mee te stoppen. Ik zou nog verslag gaan uitbrengen van deze onderhandelingen en dan naar huis gaan. Eerst maar eens uitzoeken wie ik zelf was, waarom en door wie ik min of meer in Amber terecht was gekomen en dan kwam dat geruzie en gekonkel binnen de familie vanzelf weer. Nu was het even ‘not my cup of tea’.

Tegen Benedict zei ik dat de onderhandelingen nog niet voorbij waren. Hij vond het bezwaarlijk dat ik niet bij mijn neven was gebleven, want Random zou dat wel gewild hebben. Ach, aan mij de eer om dat uit te gaan leggen aan mijn oom. Ik zei Benedict nog dat de eis me betrekking tot Oberon redelijk was in mijn ogen, maar daar was hij het niet mee eens. Oh ja, net als alle andere kinderen zag hij Oberon als een smeerlap, maar als hij terug kwam, hadden ze een dik probleem als ze dit soort verklaringen hadden gedaan. Als nieuwkomer had ik daar hele andere ideeën over, waar hij niet naar vroeg en die ik dus ook niet uitte. Benedict ging nog even door, misschien was dit alles wel het grote Plan van Oberon. Onze komst hierheen, dat gedoe met Dalt, enzovoort. Het zou hem niet verwonderen, eerder had hij al Corwin en Eric tegen elkaar opgezet en de kinderen waren dusdanig opgevoed dat geen van hen een ander vertrouwde. Goh, was het echt??

Het gesprek met Random verliep bijna net zo, met uitzondering de uitlatingen over Oberon. En hij vond het idee van het hoofd van Bleys niet eens zo gek, dat was misschien gemakkelijker dan de excuses van Bleys. Moyra vond hij een vervelende complicatie. Ik vroeg me af hoe ze daar gekomen was, maar goed.

Ik bracht de nacht nog door in het kasteel. De volgende dag knapte ik mezelf op en pakte mijn spullen bij elkaar. Nee, ik ging niet naar het gezamenlijk ontbijt, ik had er geen zin in. Bij de stallen vroeg ik om en kreeg ik een paard. De stalknecht raadde me aan om proviand mee te nemen, wat ik ook al niet deed. Geen zin in nog meer goede gaven van het kasteel, echt even niet.
Ik ging proberen om thuis te komen. Dat ging het beste via het woud van Arden, wist ik nog, dus daarheen. Onderweg probeerde ik kleine dingen te veranderen. Maar misschien waren hele boomstammen te groot. Kleiner nog. Een bosviooltje. Na een uur zag ik er inderdaad één langs het pad, dat kon er net zo goed toch al staan. Met de vliegezwammen werd het niet veel beter, bovendien waren die oranje paddestoelen die ik na een half uurtje zag, geen vliegezwammen.

En er was iets groots in het bos, waarvan ik weg probeerde te rijden. Zonder resultaat, want ineens dook het voor me op, een aap met leeuwenmanen en slagtanden.
Ik riep ‘STOP!’ wat het beest even stopte. In die tijd probeerde ik mijn dolk te trekken, wat niet echt lukte. Beter kon ik weg wezen, zo snel mogelijk! Het beest denderde achter me aan, Fillipien probeerde het af te leiden.
Gelukkig werd ik gered. Er zoefden pijlen langs me heen, in het beest. Ik zag een aantal mannen in rusting met bogen en Julian te paard, die verbaasd was me te zien. Maar eerst bemoeide hij zich met het gevecht tegen de aapleeuw, die blijkbaar erg sterk was.
Daarna kwam hij naar me toe.
“Zo, dus jij hebt de Aapdemon gevonden,” zei hij met iets van humor. Het scheen een Chaosbeest te zijn. Dat soort kwam wel vaker naar Arden toe, blijkbaar was het woud erg aantrekkelijk voor dit soort monsters.

Hij wilde weten wat ik aan het doen was in het woud, helemaal in mijn eentje. Ik vertelde hem dat ik terug ging naar huis in de hoop wat meer over mezelf uit te vinden. Dat begreep hij, maar ik was toch bezig met een opdracht voor Random? Ik vertelde hem wat er gebeurd was.
“Hmm, dan heb je je teamleden dus in de steek gelaten, tenminste, zo zal Random het wel zien," zei hij. Ja, dat had ik en nu wist ik het wel hoor. Ik vertelde wat ik had gedaan aan veranderen en dat het niet lukte. Zou hij me willen helpen?

En dat deed hij. Door Schaduwen reizen gaat eigenlijk pas goed als je een flinke afstand van Amber hebt, ongeveer een dagreis. En dan stukje bij beetjes. Stel je voor dat je na de volgende bocht een bospad vind. En zo verander je steeds meer, totdat je in je eigen Schaduw bent. Niet teveel ineens willen, je reist via andere Schaduwen. Je overnacht gewoon in herbergen die je al kent. De reis duurde ongeveer twee weken en dat viel mee. Julian is een eind met me mee gereisd tot ongeveer halverwege.

No comments: