Deel 14: Barbecue in Arden

Toch heb ik gemerkt dat hij tegen mij minder gereserveerd is dan tegen de meeste mensen, maar hij is niet zo’n prater. Ik eigenlijk ook niet. Hij kan goed omgaan met dieren, doet veel moeite ze te leren kennen en gaat natuurlijk met ze om. Er is echter geen twijfel aan wie de baas is. Hij is beter met dieren dan met mensen, voor mensen doet hij maar weinig moeite. In dat licht bezien is het een waar wonder dat ik verwekt ben. Ik ben de uitzondering voor wat zijn omgaan met mensen betreft en ik denk dat hij die keuze heel bewust heeft gemaakt. Het zal alleen niet altijd even gemakkelijk voor hem zijn.
Zijn zelfopgelegde taak, Arden een beetje veilig te houden, neemt hij heel serieus. Ik weet zeker dat niemand weet wat dat allemaal inhoudt en dat er ook niemand is die zijn baan zou willen hebben.
Zijn manschappen zijn eigenlijk net als hij, een verzameling van eenlingen. Ruwe lieden zonder veel manieren, tevens een aantal die verbazend goede manieren hebben, maar verkozen hebben liever alleen te zijn. Ze tonen allemaal een groot respect voor Julian en een blindelings vertrouwen. Ik ken mijn vader nog maar heel kort, toch zal hij dat volledig verdiend hebben.
Nee, ik kan me niet voorstellen dat bijvoorbeeld Corwin mijn vader achterbaks vindt. Aan de andere kant doet mijn vader bijzonder weinig moeite om beschuldigingen naar hem te ontzenuwen of van de hand te wijzen. Julian is trouwens niet erg goed in het mensen beoordelen, maar weet dat ook van zichzelf. Al vroeg in zijn leven heeft hij besloten wie hij wel en niet vertrouwt. Ik weet dat hij Oberon niet vertrouwt en ook de roodharigen in de familie en Chaosieten niet. Ik weet dat hij Caine vertrouwd en ik denk ook Corwin. Ook dat hij Bleys mogelijk de schuld geeft dat dat vertrouwen niet wederzijds is. En ergens in die driehoek Julian, Corwin en Bleys, ben ik dan opgedoken om de situatie nog gecompliceerder te maken…

Ook heb ik nu het idee dat Bleys toch denkt dat ik zijn dochter ben. Wat moet ik daar nu aan doen? Hij weet heel goed dat Julian me heeft erkend. Zou het zijn dat hij zich niet kan voorstellen dat één van zijn broers een kind verwekt zou hebben bij de vrouw met wie hij in dezelfde tijd ook een relatie had? En wanneer heeft hij dan bedacht dat ik zijn kind ben? Voordat ik een erkend kind was, keurde hij me geen blik waardig. Zal het dan zijn dat hij niet goed kan hebben dat Julian officieel verklaard heeft mijn vader te zijn? Terwijl de hele familie weet dat er drie mogelijkheden zijn waaronder Bleys? Wie zal het zeggen…
Hij nam deze keer de moeite om het woord tot me te richten, heeft me zelfs gevraagd hoe het nu was! Ik wist echt niet wat ik daarop moest antwoorden, ik weet zeker dat hij het niet over het onderzoek naar de Wachter van Arden had. En het feit dat ik me niet kan kleden had hij al eerder genoemd, deze keer maakte hij zich echter zorgen over de indruk die ik op anderen zou maken. Hij wist zelfs zeker dat mijn moeder me vast ook goede adviezen had gegeven, maar dat ik er vast nooit naar luisterde omdat ik liever in het bos rond dwaalde…. Hij weet meer van mij dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. Verbazende man, hij deed wat vreemd tegen mij. Zeker als ik denk aan de eerdere ontmoetingen.

Mijn vader heeft me meegenomen met zijn manschappen naar het museum, alwaar medewerkers gearresteerd werden, het beeld eruit gehaald werd door een muur te slopen en met behulp van een tovenaar om het beeld lichter te maken.

Op de plaats waar het beeld thuishoort, hing een akelig sfeertje. De omgeving voelde verpest aan, helemaal niet fijn. Niemand voelde zich op zijn of haar gemak, zelfs Phillipien was erg nerveus en dat is altijd een veeg teken. Terwijl iedereen zich bezig hield met het beeld en de kring van stenen er omheen, mijn vader had Gérard erbij gehaald voor het betere sjouwwerk, merkte ik dat er iets was met de tijd. Iedereen leek zich buiten me om te bewegen, maar in feite deden ze helemaal niets. Ik was buiten plaats of tijd, heel raar. En ik voelde iemand achter me. Toen ik mezelf beschermde door aan het Patroon te denken, stond het voor me. Een gestalte in een mantel van mist, iets wat er niet was. Een grote leegte. Ik vroeg wie het was en waarom het hier was. Een echt antwoord kreeg ik in feite niet.
"Een voorhoede van mijn meesters, jullie zijn zwak! Weldra is jullie wereld van ons!" Toen was de gestalte weg en draaide de wereld weer normaal.

Natuurlijk was het geen gewone ontmoeting en ik hoop zoiets niet meer te hoeven meemaken. Ik vertelde aan mijn vader wat ik had gezien, waarop hij de plaats rondliep. Even later wist hij te vertellen dat er iets, heel lang geleden, langs was geglipt. Nog voor hij Wachter van Arden werd en geloof me, dat is al heel lang. Ik wist trouwens niet dat hij dergelijke dingen uit kon vinden, weer wat geleerd. Maar, zoals ik al eerder zei, ik ken hem nauwelijks.
Natuurlijk zei ik dat ik wilde gaan uitzoeken wie of wat daarachter zat. Ik geloof dat Julian dat wel prettig vond, maar ik heb het niet gezegd om hem te plezieren, ik wil gewoon te weten komen wat hier aan de hand is!

De ontmoeting met Kirk was erg interessant. Een eenling uit mijn vaders manschappen, een soort elfachtig wezen die uit Euterpe komt. Iemand die heel goede manieren heeft, erg knap is, maar ook vriendelijk. Hij heet geen Kirk trouwens, maar zijn naam is niet uit te spreken voor mij nog. Daar wil ik wel op gaan oefenen. Mijn vader heeft trouwens geen problemen met zijn eigenlijke naam.

De volgende ochtend zag ik in de ontbijtzaal dat mijn vader in een ernstig gesprek was met Random. Tot mijn verbazing schoof Ronardo en even later Rhexenor zonder problemen bij hen aan tafel. Ik zag dat het mijn vader ergerde, maar blijkbaar vond Random het juist een welkome afleiding. Ik ben trouwens ook maar bij hen gaan zitten, een beetje idioot om ergens in mijn eentje te gaan zitten of bij dat stelletje Chinezen.
Random had een verfrommeld vod in zijn zak dat een officiële uitnodiging van Rebma bevatte. Natuurlijk werden we als kinderen van Amber geacht daar op in te gaan en ons te gedragen.
Rhexenor vroeg Julian of hij niet voor een dag of zes met hem mee kon, monsters jagen. Ik vertelde over het beeld en vroeg of iemand me kon helpen uit te zoeken wat daar aan de hand was. Ronardo leek dit wel wat, Rhexenor leek het allemaal wat saai, ging liever mee om Arden veilig te houden. Uiteindelijk stemde Julian toe wat ik zeer waardeerde. Ik heb begrepen dat Rhexenor al een paar keer zijn diensten heeft aangeboden binnen de familie, maar dat niemand zijn spierkracht nodig lijkt te hebben. Ik weet ook zeker dat Julian erover gedacht heeft hem af te poeieren en dit meer voor mij deed.
Ook heb ik nog even gesproken met Boromir en Gérard, die hier speciaal waren voor de lessen van Fiona voor Boromir. Arme Boromir kreeg trouwens tijdens het ontbijt, waar iedereen bij zat, te horen dat hij meerdere broers en zussen heeft. Niet dat het feit op zich erg is, maar ik kan me voorstellen dat hij zoiets liever privé had gehoord.

Paarden trainen op reizen door Schaduw lijkt me heel interessant om te gaan doen. De staljongen die de paarden haalde, vertelde dat normaal Corwin of Julian dit doen, maar dat er eigenlijk meer trainers nodig zijn. Ik weet niet precies hoe het allemaal in zijn werk zal gaan, maar daar kom ik vanzelf achter. Ik kreeg het paard waar ik vaker op rijd, ik heb haar Desert Storm genoemd.
We zijn eerst naar de plaats gegaan waar de Waker nu weer is en Kirk was daar nog steeds aan het waken.
De twee altaren die we ontdekten en volgens Phillipien onder het bloed zaten, waren voorzien van tekens en symbolen in een soort latijn. Het ging allemaal over moord en doodslag. Ergens in mijn achterhoofd hangt nog steeds de gedachte dat er iets was met bloed… ik kom er alleen even niet op.
Het was hier dat ik Bleys weer ontmoette, Ronardo had hem doorgehaald. Bleys herkende de plek onmiddellijk, vertelde dat twee vrouwen van Oberon hier waren gevonden met doorgesneden keel. Dat intrigeert me, waarom vrouwen van Oberon? Ik bedoel: ze waren niet tegelijkertijd zijn vrouw. Cymnea was de moeder van Benedict, Faiella de moeder van Corwin, Dierdre, Eric en misschien Caine. Daartussen was nog de moeder van de roodharigen, Clarisse en die schijnt nog in leven te zijn. Dus waarom nu juist die twee?
Die altaren had Bleys trouwens niet eerder gezien. Hij was wat opgelucht toen hij ze zag, want dat nam zijn verdenking op Oberon een beetje weg. Wat ik ook bijzonder vind is dat hij het meteen geloofde toen ik zei dat Fillipien het bloed zag.

Verder hebben we op het kasteel de broer van de handelaar, die het beeld aan het museum heeft verkocht, ondervraagd. Er miste een heel stuk informatie in zijn geheugen, die Fiona er uit kreeg door hypnose toe te passen.

Van Fiona krijg ik werkelijk geen hoogte. Ze doet eigenlijk nooit aardig tegen me, maar dat doet ze tegen niemand. Ronardo is daar echt de uitzondering op. Verder vind ik haar snibbig en humeurig. Ronardo zegt dat dat is omdat al die familieleden steeds een gunst van haar willen en ze het daardoor ongelooflijk druk heeft. Dat zal wel meespelen, al kreeg ik het gevoel dat ze dat eigenlijk heel fijn vind zo. Ze reageerde namelijk zo allergisch toen Ronardo haar vertelde over wat Bleys wist van de handsschoen!

Ik moet zeggen dat ik verbaasd was, maar ook blij dat mijn vader contact opnam met mij. Ik bedoel, tot nog toe nam ik contact op met hem en ik ben wel eens bang dat ik hem lastig val. Blijkbaar heeft hij dan nu een troef van me geregeld.
Hij wilde weten hoe het was gegaan en nodigde me uit voor de barbecue bij hem thuis. Een uitnodiging waar ik graag gehoor aan gaf. Hij ontving ons in een luxe blokhut, waar ook de honden en de valken en het paard. Van alle gemakken voorzien. Heel bijzonder dat hij al die mensen op bezoek had, want natuurlijk mocht Ronardo meekomen en Rhexenor was daar al. Ook leuk om de andere valken eens allemaal te zien. Josefien, Ajax en Mendel.
Nu pas realiseer ik me hoe bijzonder Fillipien is. Een valk van mijn vader, die toen al Fillipien heette. Heel lang heb ik gedacht dat ik haar die naam heb gegeven, nu denk ik dat ze me toen de naam al heeft ingefluisterd.
Ik vertelde wat we aan de weet waren gekomen. Ook dat ik eigenlijk contact op moest nemen met Corwin. Dat ging over de zaakjes van Merlijn en Mandor had Bleys gezegd en dat had weer te maken met de apart wonende baronnen met landgoederen. En waar dat op sloeg? Tijdens de hypnose van de broer van de handelaar hadden we gehoord dat hij een lijst van dat soort mensen had gemaakt en deze aan de knecht van zijn broer had gegeven. Een knecht die er precies zo uit zag als het wezen dat is ik eerder bij het terug plaatsen van het beeld ontmoette.
Julian had blijkbaar niet zo’n zin in een eventueel bezoek van Corwin en vroeg of ik contact met Merlijn kon zoeken? Ik had geen troef van hem, maar via Julia lukte wel.

Julia vond het trouwens niet zo leuk dat ik niet zozeer haar wilde spreken, maar Merlijn. Iets wat ik zeker nog goed moet maken.

Tot mijn verbazing troefde Merlijn me al binnen een paar minuten. En hij wilde ons ook nog gezelschap komen houden. Was dit nu dezelfde jongeman die eerst zich alleen bezig hield met zichzelf en meer macht? Hij wilde wel wat van het bier, dat mijn vader trouwens zelf brouwt. Met een lichte aarzeling –je gaat niet zomaar in het huis van een ander uit zijn vat tappen – vulde ik een kroes bier voor hem. Julian leek daar geen problemen mee te hebben.

Al met al was het best gezellig, vele malen beter dan zo’n feest in het kasteel. Ook al was het verhaal wat Merlijn opdiste wat minder gezellig, over de demoon die gebonden was aan het zusje van Coral.

No comments: