Flora

Er werd niets meer gezegd. Mijn vader was in gedachten verzonken en ik wist zo ook geen dringende zaken meer waar over te praten viel.
“Ik wil eigenlijk even met Flora en mijn moeder gaan praten,” verbrak ik de stilte na ongeveer een half uur. “Zou ik de dieren bij jou kunnen laten zolang?”
Hij keek op en knikte.
“Uiteraard. Ik zie je nog.”

Flora had ik in geen eeuwigheid meer gesproken. De laatste keer was ergens ruim voor de familievergadering, ruim voordat ik iets met Mandor begon. Later zag ik haar nog op de bruiloft en had haar even gesproken. Een beleefdheidsgesprekje, waarin ze opmerkte dat we elkaar op korte termijn nog eens moesten spreken… als het niet al te laat was.
Ik rekende snel uit hoeveel later ik nu was in Ambertijd. Iets van elf maanden? Wat zou ze bedoeld hebben? Ach, echt uitmaken deed het me toch niet. Van mijn tantes is ze mij het liefst en ik heb altijd de indruk gehad dat ze me mag.
Ik concentreerde me op haar troef. Flora wordt gezien als één van de knapste vrouwen binnen de familie, daarbuiten eigenlijk ook wel. Ik heb weinig oog voor vrouwen, nog minder dan voor mannen, maar zelfs ik kon zien dat daar een flinke kern van waarheid in zat. Flora heeft een perfect regelmatig gezicht en een al even perfect gevormd lichaam. Op de troef was ze afgebeeld in een groene jurk. Haar blonde haar zat gewoon zoals het moest zitten en haar blauwe ogen straalden enthousiasme uit.
Ik concentreerde me. Niet veel later keek ik Flora zelf aan. Haar haar inderdaad netjes, terwijl ze het gewoon los had hangen, ze droeg een witte jurk. Ze keek verbaasd.
“Morwenna! Dat is echt heel lang geleden! Ik heb je een paar keer geprobeerd te troeven, maar je was steeds onbereikbaar!”
“Ik ben een poos weg geweest, maar dat weet je,” zei ik.
“Is het werkelijk? Toch niet langer dan je neefjes?”
“Wat persoonlijke dingen ook. Maar ik ben er nu en het lijkt me leuk om samen eens wat te babbelen. Mits je tijd hebt uiteraard.”
“Nu?”
Ik voelde me weer wat onzeker worden, het ging er natuurlijk niet alleen om of ze tijd had, maar ook of ze in de stemming was.
“Het komt mij nu uit,” zei ik aarzelend. “Als je er echter geen zin in hebt…”
“Doe niet zo gek,” lachte ze. “Ik vind het juist fijn om af en toe eens met een vrouwelijk familielid te kunnen babbelen. Kun je doorkomen?”
Ik stak mijn hand uit en ze greep deze. Even later stond ik naast haar in een ruime woonkamer met uitzicht op rotsen, zee en strand. De lucht was stralend blauw, het leek vrij warm te zijn.
Flora bekeek me van top tot teen.
“Het is hier erg warm,” zei ze vriendelijk. “Als je wilt kun je je verkleden in de logeerkamer, er hangt daar wel wat aan zomerkleding.”
Ik keek omlaag naar de rode wollen trui en de spijkerbroek die ik droeg. Reuze praktisch als reiskleding, zeker in Arden, maar inderdaad wat minder geschikt voor bij Flora thuis. In de logeerkamer nam ik een korte douche en kleedde me daarna in een luchtige lichtblauwe zomerjurk. Ik vond een paar sandalen zonder hak en deze deed ik aan mijn blote voeten.
Weer in de kamer nodigde Flora me uit om op het terras te gaan zitten. We volgden daartoe een paadje tussen de rotsen naar beneden. Het terras was vrij groot en goed onderhouden, er stonden grote bloembakken vol met bloeiende bloemen. Ze wees me een stoel en nam zelf ook plaats. Er stond een theeservies gereed en een mand met broodjes. Ze serveerde thee en bood me een broodje aan.
“Hoe is het met jou?” vroeg ik.
“Goed. Alles gaat zoals het gaan moet.”
“Mooi optrekje,” zei ik en keek omhoog naar de villa, die we net hadden verlaten.
“Niet slecht. Ik heb een aantal huizen, in dat in Amersfoort ben je al eens geweest.”
“Dat is echt al heel lang geleden. Ook mooi trouwens. Waar is dit?”
Ze fronste.
“Weet je dat echt niet? Dit is de Franse Riviera.”
“Ik kom niet vaak in Frankrijk,” zei ik.
Ze keek me veelbetekenend aan.
“Dat zal wel niet. Je houdt je ineens bezig met mannen hè? Ik had nooit gedacht dat je zo ambitieus zou zijn!”
“Niet met mannen in meervoud,” zei ik kregelig. “En dat aankomende huwelijk is niet bepaald beneden mijn stand.”
“Nee, zeker niet. Ik denk niet dat dat beter kan. Toch vind ik het vreemd van jou dat jij je zogenaamd laat uithuwelijken, dat zou je nooit doen. Ik vraag me ook af of hij dat zou doen. Dus er is meer tussen jullie, is het niet?”
Ik had kunnen weten dat Flora dit zo zou doorzien. Ze is verschrikkelijk slim zodra het om menselijke relaties gaat. Toch was ik voorzichtig met mijn antwoord.
“Goed, er is meer. Ik denk dat dit wel een toekomst heeft, Mandor en ik kunnen goed met elkaar overweg.”
Ze begon hard te lachen en ik voelde dat ik kleurde. Om mezelf een houding te geven, dronk ik snel mijn kop thee leeg en nam nog een broodje. Maar ik was er niet vanaf. Bij lange na niet.
“Hij is natuurlijk de ware liefde hè!” riep ze plagend uit. “Ik moet eerlijk zeggen dat ik wat verbaasd was toen ik van de plannen hoorde.” Ze leunde wat naar voren en keek me met toegeknepen ogen aan.
“Vertel eens” zei ze langzaam, “Mandor heeft een muur van stugheid om zich heen, zelfs ik kom daar niet doorheen. Hij is vreselijk formeel. Maar onder die dikke laag van vormelijkheid, schuilt daar een onstuimige minnaar?”
Ik wist niet of ik geschokt moest zijn door deze directe vraag. Aan de ene kant vroeg ik me af wat haar dat aanging, aan de andere kant wist ik dat ze dit nooit tegen me zou gebruiken, dat het een soort werkelijke interesse was.
“Ja,” zei ik met een rood hoofd. “Ik heb geen klagen.”
Met een tevreden gezicht ging ze weer naar achteren zitten en knikte.
“Zoiets dacht ik al. Toen ik het hoorde, vermoedde ik al dat het daarom was. Of dat je inderdaad louter uit ambitie met hem wilde trouwen en in dat geval had ik je heel slecht ingeschat. Je trouwt dus met hem om de seks. Dan moet hij echt goed zijn!”
Ik wist niet waar ik moest kijken. Ik wist dat Flora zeer veel minnaars had gehad, dat ze vreselijk vaardig was in mannen versieren, maar dit soort directe opmerkingen had ik haar nog nooit horen maken. Nog niemand eigenlijk. Was ik dan echt zo vreselijk naïef?
“En dat is precies wat jij nodig hebt,” zei ze ernstig. “Je hebt iemand nodig die je uitput, die je aankan, iemand bij wie je je kunt laten gaan.”
“Het is niet alleen de seks,” zei ik. “We mogen elkaar ook graag.”
“Ongetwijfeld,” zei ze. “Maar wat ontzettend leuk! Als je tips nodig hebt, ik heb er wel een aantal voor je.”
“Dank je, ik zal aan je denken,” zei ik in de hoop van het onderwerp af te zijn. Uiteraard was dat niet het geval.
“Je zou eens aan spierbeheersing kunnen denken,” zei ze.
Ik staarde haar aan, waar had ze het over? Dat kreeg ik vrijwel meteen uitgelegd.
“Dat kun je trainen,” zei ze. “Bijvoorbeeld in India. Zelf heb ik er jaren over gedaan. Je weet niet wat ik bedoel hè? Toch is het erg interessant om eens met iemand als Mandor te doen. Hij ligt dan volledig stil, dat is op zich al vreselijk opwindend en uitdagend voor zo’n onstuimig iemand. En jij zit er bovenop en houd je ook stil.”
“Ehm, dat lijkt me niet erg opwindend is,” zei ik.
“Het gaat om je vagina. Die heeft ook spieren,” zei ze.
Oh mijn hemel, waar kon ik schuilen! Dit was vreselijk beschamend om over te praten. Ik besloot er niet op in te gaan, misschien hield ze er dan over op. Maar nee, niet Flora.
“De Chaos dames kunnen zoiets met Shape Shift,” zei ze. “Jij zult echt moeten oefenen.”
“Eh…ja,” zei ik zo vaag mogelijk.
“Je bent natuurlijk wel erg Victoriaans opgevoed” zei ze hoofdschuddend. “Ik kan je een boek aanraden, de Kama Sutra. Daar staat van alles in, allerlei mogelijke houdingen, verschillende manieren om elkaar op te winden, interessante teksten… ik denk dat ik het je kado ga doen voor je verloving.”
Ik kon wel door de grond zakken van schaamte. En Flora bleef maar doorgaan.
“Het is ontzettend prikkelend om het boek dan open te laten vallen op een bepaalde bladzijde en datgene uit te voeren wat daar beschreven staat. Er worden tips voor bepaalde muziek gegeven en welke soorten wierook je zou kunnen branden. Weet je wel dat je het ook ondersteboven kunt doen?”
“Nee, ik ben geen toch geen vleermuis,” zei ik timide.
“Je zult nooit weten of je dat leuk vindt als je dat nooit doet. En heb je het wel eens op een paard gedaan?”
Ik schoot, ondanks mezelf, in de lach.
“Op een paard! Met Mandor zeker!”
“Ik zeg toch niet dat hij dan je minnaar is.”
Ik zweeg weer. Flora was in haar element, waarschijnlijk kon ik haar het beste uit laten razen, dan was ik er het snelst vanaf.
“Op een paard is trouwens heel anders dan op een kameel. De bewegingen zijn anders, weet je.”
“Ik denk dat ik dat toch niet allemaal ga uitproberen,” zei ik.
“Ik heb altijd gevreesd dat je net zoals je vader zou eindigen. Die zou ook wel wat les kunnen gebruiken trouwens. Die is zo gesloten, hij laat nooit iets los over zijn liefdesleven. Als hij dat al heeft. Hij is net zo’n soort Benedict. Ik had echt gedacht dat jij net zo was, het is geweldig dat er iemand is die je los heeft weten te trekken! Al is Mandor net zo stug als Julian en Benedict naar buiten toe.
Mijn andere broers zijn in dat opzicht heel anders. Corwin heeft veel vriendinnen gehad en nog steeds. Maar hij is een enorme sukkel, laat zich in zijn kaarten kijken.”
Uiteindelijk wist ik het gesprek een beetje naar een ander onderwerp om te buigen, ik vertelde iets over mijn bezoek aan de Hoven en over de rechtszaak. Ze was vooral geïnteresseerd in de mensen die bij de rechtszaak aanwezig waren. Wat ik vertelde over Ultima vond ze erg boeiend.
“Eindelijk een dame met pit in die familie! Dat zou iemand zijn voor William.”
“William krijg je niet aan een Chaosiet gekoppeld,” dacht ik. “Die heeft uitgesproken meningen over wit en zwart.”
“Hmm, ik denk inderdaad dat dat erg moeilijk zal gaan worden. Hij doet ook helemaal niet aardig tegen de dames van Chaos.”
Ik vertelde ook over Despil, die me onder zijn hoede had en allerlei pogingen had gedaan om me het bed in te praten.
“Daar ben je zeker niet op ingegaan, jou kennende. Misschien heb je daar toch iets aan gemist. Hij is een knappe jongen en best goed in bed ook.”
“Heb jij…” begon ik verbluft. Voor Flora was er werkelijk geen man veilig!
“Natuurlijk. Hij is ook best aardig. En hij is er niet vies van om shape shift te gebruiken. Dat geeft echt een extra dimensie aan zo’n vrijpartij.”
Vast wel, voor haar. Zelf was ik heel tevreden over mijn huidige liefdesleven, al waren we iets te vaak van elkaar weg naar mijn zin.
“Niet dat we een langdurige relatie hebben gehad,” zei ze met een lichte zucht. “Het werd me wat te veel. Het is niet prettig om alle hoeken van de kamer te moeten zien omdat hij zichzelf niet goed kan beheersen en in een demon verandert. Ik heb zelfs mijn arm op die manier gebroken.” Met een wat pijnlijke uitdrukking op haar gezicht wreef ze over haar rechteronderarm.
Dat was dan een vervelende bijkomstigheid geweest voor haar. Veel in haar verhaal herkende ik, Mandor was soms op het randje. Toch had ik er geen problemen mee gehad totnogtoe, sterker nog, ik was zelf net zo erg. Als ik eraan dacht hoe soms de omgeving eruit zag als we seks hadden gehad… zou dat onstuimige van mezelf mogelijk een erfenis zijn van mijn Chaos voorouders? Of was het iets dat Amberieten ook wel hadden?
“Despil weet wat vrouwen willen,” zei ze mijmerend. “Je komt hem op de meest romantische plekjes tegen.”
“Heb jij enig idee wie zijn vader is?” vroeg ik.
“Ik denk niet dat het de oude Sawall is,” zei ze lachend. “Hoezo, heb je zelf ideeën daarover dan?”
“Hij is een goed tovenaar,” zei ik. “Net als Gramble, maar hij is niet zijn zoon.”
“Hoe weet je dat?”
“Mandor zei dat. Eigenlijk al tijdens één van onze eerste ontmoetingen. De drie van Dara zijn alleen zijn broers in naam.”
“Vreemd, dat hij dat al zegt als hij je nauwelijks kent,” zei ze nadenkend.
“Het kwam gewoon ter sprake.”
“Vast wel. Wie zijn dan volgens jou de vaders van de zonen van Dara? Merlijn is van Corwin, dat is zeker.”
“Klopt. Ik gok bij Despil op Eric of Bleys. Met Random als eeuwige extra mogelijkheid.”
Ze lachte even.
“Kan zijn. Ik denk inderdaad dat je rustig een Amberiet kunt aanwijzen voor het vaderschap van die jongens. En de jongste?”
Hier aarzelde ik even. Moest ik zomaar mijn vermoedens gaan spuien over hem? Ik deed het toch. Het was gewoon leuk om met Flora te kunnen brainstormen hierover, al had ik weer het gevoel te veel te zeggen en te weinig antwoorden te krijgen van haar. In dat opzicht was ze toch een beetje als de meeste van haar broers en zussen, altijd bezig met Het Spel. Zo weinig mogelijk zeggen, zoveel mogelijk zien op te vissen.
“Ik heb zitten denken aan mijn vader,” zei ik.
Flora’s wenkbrauwen schoten omhoog. Blijkbaar was ze zelf nog niet op dit idee gekomen.
“Hoe ik het ook wend of keer, ze hebben een bepaalde relatie bij elkaar. Nu is het niet zo dat Julian hem herkent als zoon, of hij Julian als vader. Maar er is iets aan de hand met die jongen.”
“Hij schijnt nogal eens in de Abyss te vallen.”
“Dat is al gebeurd toen hij nog klein was. En hij kwam er ook weer uit. Ik vraag me af hoe hij daar uit is gekomen, ik denk dat hij geholpen is.”
“Door Julian?”
“Hij heeft iets met de Abyss. Net als Jurt.”
De rest van mijn redenaties omtrent Julians mogelijke vaderschap hield ik voor me.
“Misschien dat Dara hem daarom wel Jurt heeft genoemd,” zei Flora. “Uit pesterij.”
“Omdat de eerste twee letters overeen komen? Kan. Lijkt me wat ver gezocht echter.”
“Ik heb zelf wel eens aan Dalt gedacht,” zei Flora.
“Kan ook. Goedgelovig, bereid om anderen te helpen. Om die reden dacht ik trouwens ook aan Gérard.”
“Hmm. Jurt kan niet bepaald vechten,” dacht ze.
“Beter dan alle drie zijn broers bij elkaar,” zei ik. “Veel beter zelfs.”
“Maar zowel Dalt als Julian hebben een hekel aan Chaosieten,” zei ze. “Dalt zou misschien in een mogelijke vormverandering trappen, maar Julian?”
“Dat is ook het zwakke punt in mijn redenatie,” zei ik. “Julian ruikt Chaosieten van een mijl afstand en anders zijn beesten wel. Het kan daarom ook zijn dat Jurt van Gérard is, dat is Julians volle broer. En dat zou nog steeds die bepaalde relatie tussen hen kunnen verklaren.”
“Heel misschien heeft Dara eerst Patroon gelopen en meteen daarna Julian verleid,” zei ze peinzend. “Dan merkt hij dat niet. Denk ik.”
Ik dacht na. Het kon. Maar er was nog iets, Julian was niet bepaald iemand die zich gemakkelijk liet verleiden. Dus in dat geval moest er nog iets meer gebeurd zijn.
“Hoe heb je Mandor eigenlijk leren kennen?” vroeg Flora ineens nieuwsgierig.
“Bij Martin thuis. Ik had hem gevraagd of hij Mandor voor me kon troeven, zodat ik hem persoonlijk kon bedanken en iets vragen.”
Flora’s ogen schitterden en ze schonk nog eens thee in.
“Wat een geweldig verhaal!” riep ze uit. “Waar wilde je hem voor bedanken?”
“Hij had iets voor me gedaan.”
“Wat! Mandor die iets voor je gedaan heeft terwijl hij je nog niet kende?”
“Nou ja,” zei ik met een schouderophaal, ik wilde niet toegeven dat me dit zelf ook wel eens verbaasd had, “dat was toen ten tijde van die spookvampieren. Ik was bang dat mijn moeder gevaar zou lopen. Mandor heeft daar toen een demoon in de huishouding geplaatst om haar te kunnen beschermen.”
Ik zag dat haar ogen groot waren van verbazing.
“Dat is niet niks. Hij plaatst dus een demoon ergens op vraag van iemand die hij helemaal niet kent? Dat is totaal niets voor hem. Of had jij iets voor hem ook geregeld?”
“Eh, nee. Daar een demoon laten plaatsen leek me toen de beste bescherming.”
“Hoe kwam je op het idee?”
“Ik had er met Julia over gepraat. Zij opperde daar wat spreuken neer te hangen. Of een demoon door Mandor te laten plaatsen dus.”
“Dus het contact liep via Julia? Wat had zij met Mandor?”
“Ik denk niets.” Ik dacht er zelf even over na. Mandor was zowel door haar als Jurt regelmatig genoemd in gesprekken, als zijnde serieus, intelligent en nog meer van dergelijke eigenschappen. Heel soms had ik het gevoel gehad dat ze me op de één of andere manier wilde koppelen. Met name toen ze begon over dat feest dat toentertijd in Chaos werd gegeven door Dara. ‘Waarom kom je niet. Dan kun je Mandor ontmoeten,’ had ze gezegd. Ik had het aanbod afgeslagen omdat ik niet van feestjes houd. Later hoorde ik dat het betreffende feest afgelopen was door het verschijnen van een demoon, die door Jurt koelbloedig verslagen was.
“Die Julia is een enorme mannenverslindster,” wist Flora me te vertellen. “Die heeft er nogal wat versleten en ze smijt ze weg als een paar oude schoenen.”
“Ze is anders al best een poosje samen met Jurt,” zei ik.
“Misschien dat Despil haar daarom niet hoeft,” dacht Flora.
Ik vroeg me af of ze misschien nog steeds een beetje gek was op Despil.
“Julia is eerder met Merlijn geweest en ik dacht ook met Rinaldo.”
“Kan. Daar hebben we het nooit over gehad,” zei ik. “Het is mijn zaak ook niet.”
“Nu is Merlijn met Gilva,” zei Flora. “Hij had beter met Julia kunnen blijven. Gilva is echt erg, minnaars die ze niet meer wil, eet ze op.”
“Dat geloof ik niet,” zei ik.
“Ik denk het wel. Al die minnaars van haar die verdwenen zijn… al met al vormt ze met Merlijn toch een interessante combinatie. Ik geloof niet dat daar kinderen uit voort zijn gekomen, al heeft Merlijn er meerdere rondlopen.”
“Echt waar? Ik weet dat het kind van Coral van hem is, maar hij heeft er meer?”
“Diverse zonen en dochters, oh ja. Hij is gemakkelijk met vrouwen en hij weet van sommige kinderen niet eens dat ze bestaan.”
Flora dus blijkbaar wel. Hoe kwam ze aan al die kennis?
“Is Odysseus jouw zoon?” vroeg ik.
“Natuurlijk, wat dacht je dan?”
“Ik ontmoette hem op die bruiloft, hij werd niet voorgesteld als zijnde jouw zoon.”
“Ach, die jongen… hij wil niets van Amber weten. Terwijl hij het zo goed zou doen binnen de familie! Hij is knap, slim en sterk Hij is heel goed bevriend geraakt met Rhexenor, het is toch typisch hoe die twee elkaar steeds opzoeken. Hoe kwam je op het idee dat hij mijn zoon zou zijn?”
“Hij lijkt wat op je. Vooral dezelfde manier van doen,” zei ik. “Zoals jij heel gemakkelijk omgaat met mannen, doet hij dat met vrouwen. Niet mijn type, maar het is wel een knappe jongen.” Dat laatste was wat me nog een beetje bijstond, eerlijk gezegd had ik niet zo erg op de meeste mannelijke gasten gelet toen.
“Hij is anders erg trouw aan zijn vrouw. Maar ja, andere vrouwen proberen hem iedere keer weer te verleiden en hij is steeds lang van huis.”
Ik had moeite om niet heel hard te gaan lachen. Flora, die altijd een goed inzicht had in andermans doen en laten, had bepaald oogkleppen op waar het haar eigen kind betrof. Dat Odysseus iets had met vrouwen, lag niet aan hem, maar aan die vrouwen dus! Het was om je te bescheuren! Ik vroeg me stiekem af wat Odysseus dan bezielde om steeds zo lang bij zijn eigen vrouw weg te zijn, maar legde deze vraag niet aan zijn moeder voor.
“Ik vind het heel moedig van je dat je je gaat binden,” zei Flora. “En dat het toch niet echt om een geregeld huwelijk gaat. Je bent in dat opzicht anders dan ik. Als ik een leuke jonge vent tegen kom, ben ik meteen verliefd. En dan doe ik soms hele gekke dingen. Jij bent zo ontzettend ingetogen… ik denk dat jij en Mandor heel goed bij elkaar passen. Jullie houden je allebei continu in tegenover de buitenwereld. Het is geweldig dat je, als je dan samen bent, je je ook samen kunt laten gaan. Mandor is alleen geen jongeman met wie je ruzie moet krijgen.”
“Ik ben niet bang voor Mandor,” zei ik. “En ook niet voor een beetje ruzie. We hebben echt wel eens woorden gehad.”
“Werkelijk? Jullie kennen elkaar zo kort en dan al onenigheid? Dan heb je hem ondanks dat nog steeds aan je goeie kant staan, dat zegt wel iets. Ik denk dat dat huwelijk van jullie een heel goede kans heeft om te slagen. Mandor is echter een Sawall en die familie heeft een bijzonder onaangename reputatie. De vader van Mandor stond bekend als rokkenjager en vrouwenverslinder. Hij had weinig productie echter.”
“Had hij wel,” zei ik, “maar ze zijn dood. Mandor is als enige overgebleven.”
“Ik heb gehoord dat er flink is huis gehouden binnen die familie.”
Ik gaf geen antwoord omdat ik dat niet had. Ik dacht aan wat Gramble had gezegd over Amberieten en aan de opmerkingen van Eric over de familie Sawall. En ook dacht ik aan de familie van mijn moeder, waar bijna niemand van was overgebleven. In het algemeen leek men aan te nemen dat de ‘opruiming’ een actie was van andere Chaosieten. In hoeverre was dit echter waar? Ongetwijfeld zal Huis Sawall haar vijanden hebben binnen Chaos. Maar ik had steeds meer redenen om aan te nemen dat hetzelfde Huis er ook een flink aantal had binnen Amber. Oberon, Osric en diens nazaten waren al genoemd door Gramble. Eric kon ik er nu rustig aan toevoegen. Gérard had ook een hekel aan de Sawalls, herinnerde ik me plotseling. Waarom had mijn vader wat minder moeite met dit Huis en meer met de andere Huizen van Chaos? Hij had eens gezegd dat ze manieren hadden en ook van ophouden wisten. Er waren nog zoveel dingen die ik niet helemaal begreep.
“Wat ik niet snap is dat jij en Mandor in het openbaar een huwelijk aangaan,” zei Flora. “Ik zou dat nog een poos geheim hebben gehouden.”
“In onze positie is dat lastig,” zei ik. “Hij is de troonopvolger van Chaos en ik ben een dochter van Julian. Dat gaat heel erg in de gaten lopen.”
“Hij heeft toch afstand gedaan?”
“Ja. Maar hij wordt nog steeds zo gezien. De drie van Dara zijn erkend, maar geen van allen worden ze beschouwd als opvolger. In feite heeft Chaos geen troonopvolger en dan is Mandor toch de enige kandidaat.”
“Ik dacht dat Merlijn daar koning zou worden. Maar zolang hij met een type als Gilva gaat, zal dat niets worden. Hij heeft een vrouw als Vialle nodig. Met een goede vrouw is hij mogelijk een zeer geschikte troonopvolger.”
“In Chaos willen ze geen Rebmaan op de troon,” zei ik beslist. “Merlijn ligt al niet helemaal lekker, vanwege zijn Amberitische bastaard afkomst, met een Rebmaanse vrouw breekt er spontaan oorlog uit binnen de Hoven.”
“Gilva is in ieder geval niets voor hem,” zei Flora. “Dat is toch geen koningin? Met dat afgebeten haar, ze kan zich niet kleden en is lomp. Zo wordt hij nooit koning!”
Merlijn zou sowieso nooit koning worden. Niet zolang Gramble daar iets over te zeggen had, niet zolang hij de mogelijkheid zag dat één van zijn kleinkinderen zou opvolgen. Maar dat kon ik tegen Flora niet zeggen.
“Heb je een vrouw voor hem op het oog?” vroeg ik.
“Nog niet. Maar als je iemand weet, zeg het dan. Het wordt tijd dat wij vrouwen daar eens ingrijpen!”
Ik glimlachte. Ik zag mezelf niet als huwelijksmakelaar.

“Heb je zin om te zwemmen?” vroeg Flora ineens.
“Lijkt me prettig,” zei ik. Ondanks de luchtige zomerjurk was ik bezweet geraakt, het zou prettig zijn om af te koelen in het zeewater.
Ze troonde me mee naar binnen en kwam even later met badkleding aanzetten. Ze gaf het me in handen en ik staarde ernaar. Het waren niet meer dat een paar lapjes stof, bij elkaar gehouden met wat bandjes.
“Wat is dit?” vroeg ik verbluft.
“Je vader heeft ook geen enkele moeite gedaan je meer wereldwijs te maken hè? Ik heb hem nog zo gewaarschuwd toen je net in Amber kwam. Je bent opgegroeid in een interessante Schaduw, maar je hebt er veel te lang gezeten! Op veel gebieden ben je wel zo ontzettend onwetend! Dat is nu een bikini, de opvolger van het badpak.”
Het was niets. Ik trok het aan in de logeerkamer en voelde me vreselijk naakt. De bikini verhulde helemaal niets. Daaroverheen trok ik het zomerjurkje weer aan en niet veel later daalden we weer het pad tussen de rotsen af, voorbij het terras nog, om aan te komen bij een stuk zandstrand. Er was niemand te zien.
“Het is uiteraard een privé strand,” zei Flora. Ik voelde me daardoor een beetje opgelucht. Ik hielp Flora een tweetal strandstretchers uit een strandhuisje te halen en deze neer te zetten. Zij ging er op eentje liggen en zette een zonnebril op.
“Ga je niet zwemmen?” vroeg ik.
“Ik ben hier echt niet om te zwemmen,” zei ze met een lachje. “Maar als jij dat wilt gaan doen hou ik je niet tegen.”
Met een lichte aarzeling trok ik het jurkje uit en in mijn veel te blote bikini liep ik naar de kustlijn. Het water was heerlijk koel, het was ontspannend om een poos te kunnen zwemmen. Al die tijd was er helemaal niemand te zien. Toch voelde ik me nog steeds veel te naakt toen ik uiteindelijk uit het water kwam en naar Flora toeliep die nog steeds lag te zonnen. Ze had inmiddels het bovenstukje van haar bikini uitgedaan. Nu had ze ook niets waar ze zich voor zou moeten schamen, ook ik kon zien dat ze perfect gevormd was, alle vrouwelijke rondingen waar ze horen te zijn. Het was niet te zien dat ze ooit kinderen had gehad, maar, zo wist ik, dat was aan mij ook niet te zien.
Ik ging ook op een stretcher liggen in die belachelijke bikini. Maar het zou al te truttig zijn om dat jurkje weer aan te trekken. Ik kon me er echter niet toe zetten om ook dat bovenstukje uit te doen. De wereldse tante Flora met haar preutse nichtje.
Na even op mijn rug te hebben gelegen, draaide ik op mijn buik. Na enkele minuten kreeg ik daar ook al de kriebels van. Waarom had ik er niet aan gedacht om een boek mee te nemen? Of zou dat erg onbeleefd zijn?
“Je zou ook van de zon kunnen genieten,” zei Flora. Ze draaide zich half op haar zij en schoof haar zonnebril op haar haar. Ik meende pretlichtjes te zien in haar ogen.
“Ik ben bang dat ik hier niet zo goed in ben,” gaf ik ten antwoord.
“Dat is jammer. Zo kun je mooi egaal bruin worden. Zo te zien ben je vaak genoeg buiten, maar alles wat onder je kleding zit is lichter dan de rest van je huid.”
Ik probeerde het nog een paar minuten langer. Op mijn buik en op mijn rug. Uiteindelijk gaf ik het op, deed het hoofdeinde van de stretcher omhoog zodat ik kon zitten. Flora lachte zachtjes.
“Je weet nogal wat van de familie,” hervatte ik het gesprek. “Wat weet je van Alexander?”
“Niets eigenlijk. Het kleine broertje van Benedict. Ach, dat soort kinderen van Oberon zijn er meer. En ook kinderen van zijn kinderen.”
“Ik zal het Benedict zelf eens vragen. Verder heb jij iets met Tir-na n’Oght.”
Flora ging ineens overeind zitten en keek me scherp aan.
“Heb je daar een vraag over?” vroeg ze.
Ik was een beetje verbaasd, ze keek me heel afwachtend aan, alsof ze een bepaalde vraag nu van me zou krijgen.
“Ja, min of meer. Weet je iets over Lorrayne?”
Ze liet zich weer achterover vallen, blijkbaar was dit niet de vraag die ze verwachtte.
“Nog minder dan over Alexander. Wat heeft dat te maken met Tir-na n’Oght? Ik geloof dat ik ooit van iemand hoorde dat ze de Spiegelzaal in Amber heeft gemaakt. Hoezo?”
“Lorrayne is mijn overgrootmoeder via mijn moeders kant. Ik heb van iemand gehoord dat ze een kind is uit een relatie van Oberon met iemand van Tir-na n’Oght.” Met opzet liet ik Caine, Eric en Gramble uit het verhaal. Ook mijn vermoeden dat mijn overgrootvader een Chaosiet was.
“Ik heb nog nooit een levend wezen gezien in Tir-na n’Oght,” zei ze. “Het klopt dat ik er iets mee heb, maar wat je me nu vertelt is geheel nieuw. Ik kan je vertellen dat mijn vader een obsessie had met Tir-na n’Oght. Hij deed nooit iets uit hobby of zonder reden. Ik heb zelfs het idee dat hij nooit één van zijn vrouwen uitkoos zonder reden. Hij had zonder meer fokprogramma’s en was op zoek naar de combinatie van bepaalde eigenschappen. Het zou me niets verbazen als hij tijdens de daad de omstandigheden zo aanpaste dat er een bepaald type kind uit voort zou komen en dat later zorgvuldig probeerde te kneden en te dwingen. Ik weet niet of hij in dat opzicht teleurgesteld werd in al zijn kinderen of dat hij dat al verwachtte.
Oberon was in mijn kinderen overmatig geïnteresseerd. Wat voor aanleg ze hadden en vooral wat er mee mogelijk was. Iedereen van ons heeft altijd geprobeerd zijn of haar kinderen zoveel mogelijk tegen hem af te schermen door ze te verstoppen, door ze bij hem weg te houden. Als Oberon iets niet beviel, wiste hij zonder enig probleem een hele tak uit.”
“Dus je hebt meer kinderen,” concludeerde ik.
“Uiteraard. Zoveel seks, daar is echt wel één en ander uit voortgekomen. En jij?”
Ik grijnsde.
“Eén kind. Erg jong nog en goed verstopt. Niet zozeer vanwege Oberon maar ook vanwege anderen.”
“Wat! Je hebt dus een kind! Jullie onstuimige relatie is dus niet zonder gevolgen gebleven? Ik neem tenminste aan dat de vader in Chaos gezocht mag worden.”
Ik trok mijn benen op en sloeg mijn armen daaromheen. Flora ging weer recht zitten en nam me aandachtig op.
“Mandor is de vader,” zei ik. “We hebben een zoontje van nu 20 maanden.”
Ze knikte bedachtzaam.
“Ik vermoedde al dat er iets was. Dat je kinderen had. Enige tijd geleden kwam ik je tegen in Tir-na n’Oght. Jij had haast, je liep nogal hard en keek steeds over je schouder. Je had geen tijd om te praten. Het meest opvallende was dat je aan iedere hand een jongetje had, gewone jochies eigenlijk. Het was geen tweeling, maar ze scheelden maar weinig in leeftijd, het ene kind was wat ouder dan het andere. Een stevig kind, beetje een vechterbaas type, het andere kind wat tenger. Je had je haar heel anders, meer opgestoken eigenlijk. En je had haast, leek te vluchten voor iemand.” Ze huiverde. “Ik had heel sterk het gevoel dat je op de vlucht was en dat Oberon er iets mee te maken had.”
Ik zat doodstil, wachtte tot ze verder zou gaan. Want er was meer, veel meer, dat voelde ik gewoon aan.
“Hoe heet je zoon?” vroeg ze ineens.
“Owen.”
“Wat een leuke naam!”
Nu was het mijn beurt om haar onderzoekend aan te kijken. Het leek er echter op dat ze het meende en dat deed me goed. Ik had nog maar van zeer weinig mensen een enthousiaste reactie gehad op de naam.
“Dank je, het is een gewone Keltische naam.”
“De jongetjes die je toen bij je had, waren allebei donkerharig,” zei ze. “Dat leek tenminste zo in het maanlicht. Misschien waren ze donkerblond. In ieder geval niet lichtblond.” Ze grijnsde even. “Het waren zeker geen roodharigen.”
“Ik heb nu één zoon,” zei ik. “Donkerharig, blauwe ogen. Zeer stabiel, voordat je het vraagt. Stevig gebouwd, erg intelligent. Kan sinds kort conjuren.” Ik vertelde wat over de kikkers in mijn bed, wat haar hartelijk deed lachen.
“Ik hoor het al, je bent echt een trotse moeder. En als je zoon nu al begint met toveren… wat zal Mandor dat geweldig vinden!”
“Klopt.”
“Goeie genade. Mandor is de schrik van Chaos en heeft een zoon! Ik begin steeds meer te begrijpen waarom jullie officieel willen gaan trouwen.”
Ze stond op van haar stretcher, liep even het strandhuisje in om terug te komen met een fles appelcider. Zonder te vragen schonk ze me een glas in en nam zelf ook. Ze nam weer plaats tegenover me en keek bedenkelijk.
“Ik hoef je vast niet te vertellen dat je tot je nek in de problemen zit,” zei ze.
Ik schudde mijn hoofd, dat hoefde inderdaad niet.
“Ik ben bang dat Oberon nog leeft. Ik kwam je tegen in Tir-na n’Oght en had het idee dat het belangrijk was. Ik vroeg me af waarom ik je daar ontmoette, het was bijna… of je er echt was. Misschien was het ook zo. Als het waar is van Lorrayne en hij leeft, heb je een probleem. Je samengaan met Mandor maakt dat er alleen maar erger op.”
“Ik weet het,” zei ik met een zucht. “Iemand anders heeft me ook al gewaarschuwd. Hij zei dat het voor ons te hopen was dat Oberon nooit meer terug zou komen.”
“Je zit in een lastige situatie, het is goed om dan medestanders te hebben. Wie weten er nog meer van?”
Ik noemde een paar namen op, Eric en Gramble liet ik erbuiten. Ze knikte.
“Buiten Julian dus Caine en Benedict. Dat is heel goed. Ik denk dat er niet heel veel familieleden in het verhaal over het gearrangeerde huwelijk gaan trappen overigens. Bij Gérard hoef je niet aan te komen met een politiek verhaal, hij zal de waarheid willen weten. Hij heeft een hekel aan Chaosieten, maar zijn haat voor Oberon is groter. Hij zal jullie kinderen met zijn leven nog willen beschermen.”
“Nog maar één kind,” zei ik. “Een klein jochie dat nu al een muur van beschermers om zich heen heeft.”
“Dat is nodig. Geloof me maar, dat is echt heel erg nodig.”
Ze schonk nog eens in en keek een poos bedenkelijk. Ik bleef het gevoel hebben dat er meer was, dat ze meer had gezien.

“Maar goed, nu we toch in een sombere sfeer zitten: vertel me eens iets over Dark End.”
Dat deed ik. Lang zo uitgebreid niet als tegen Mandor eerder, die daarover ook steeds weer nieuwe details vroeg, maar wat meer summier.
“Geen fijne plek,” was haar conclusie. “Hoe ben je er weg gekomen?”
“We moesten een vraag stellen,” zei ik. “Een onmogelijke vraag.”
“En welke was dat?”
Ik aarzelde even voordat ik antwoord gaf.
“Ik kan je over de anderen niets zeggen. Ik heb gevraagd wie mijn vader was.” Ik vertelde haar ook over het antwoord dat ik had gekregen.
“En wat heb je met het antwoord gedaan?” vroeg ze.
“Niets. Het is niet leuk en zonder dat heb ik al genoeg aan mijn hoofd. Julian is een goede vader.”
“Dat is niet wat ik bedoel. Ik vraag me af wat het uitmaakt wiens dochter je bent. Waarom heb je dat niet uitgezocht?”
“Eerlijk antwoord: het kan me niet schelen. Ik denk dat het uitmaakt, dat er dingen veranderen als ik dat ga vastleggen. Ik wil gewoon niet weten waarom het voor mij misschien beter is dat Random of Corwin mijn vader is.”
“Ik vind het een raar verhaal. Misschien dat het hebben van een Patroon er iets mee te maken heeft,” zei ze nadenkend. “Maar dat zou betekenen dat Random ook een eigen Patroon heeft?”
“Vast wel,” zei ik en voelde opnieuw boosheid naar boven komen. “Hij klooit er genoeg voor. Als je het zo beschouwd ontnemen de heren met een eigen Patroon mijn oorspronkelijke vader het vaderschap. Dat is niet erg fair, wel?”
“Heeft Random het er ooit over gehad tegen je?”
“Nee. Corwin had zijn oorspronkelijke claim opgegeven eerder, maar kwam erop terug.”
“Heb je ooit die kopie van Corwin ontmoet?”
“Ja. Dat was degene die er op terugkwam. Corwin is daarna zichzelf weer geworden, maar gelooft nog steeds mijn vader te zijn.”
“Waarom gaf hij eerst de claim op en kwam er later weer op terug?”
“Toen ik net in Amber was, maakte Corwin duidelijk dat hij mijn vader zou zijn. Daar was jij bij. Later, na dat gebeuren met Jasra, kwam hij daarop terug, hij zei dat Caine met hem had gesproken en deze had iets gezegd waardoor hij ervan overtuigd was geraakt dat Julian mijn vader was. Meteen daarna ben ik erkend door Julian. Later ontmoette ik die kopie, die zich dat hele gesprek met Caine niet kon herinneren en had bedacht dat hij mijn vader wel moest zijn omdat zijn relatie met mijn moeder langduriger was geweest. Hoe dan ook, ik weet nu dat de echte Corwin zeker weet mijn vader te zijn.”
“Ik denk dat het uitmaakt en je zult moeten weten wat je kiest als je dat ooit vast gaat leggen.”
“Flora, misschien wil ik niet weten wat ik weggooi. Waarschijnlijk begrijp je het niet, maar ik wil die keus niet hebben. Ik ben tevreden met mijn oorspronkelijke vader. Een vader die trouwens zelf zegt dat het voor mij misschien beter is één van zijn broers te kiezen en dat ik het beste voor mezelf moet kiezen.”
“Welke keus je ook maakt, er kunnen dan dingen veranderen.”
“Dat weet ik, denk maar niet dat ik daar niet bij stil gestaan heb. Het is geen kwestie van kiezen, maar van vastleggen. Als je toch over een keus wilt spreken heb ik die al lang gemaakt en ik wil daar niet op terug komen. Julian is mijn vader. Ik heb er meerdere redenen voor om dat zo te voelen.”
“Je bent erg eigenwijs. En dat is een eigenschap die je zonder meer hebt van Julian,” verzuchtte ze. “Heb jij trouwens de Spiegelzaal in Amber al eens gezien?”
“Nee. Ronardo en Rhexenor wel. Ik ben een aantal keer verdwaald in Amber, maar daar nooit geweest. Ik ben er ook niet echt naar op zoek gegaan. Nu ben ik al heel lang niet meer in het kasteel geweest.”
“Het verbaast me dat je daar niet meer interesse in hebt, zeker niet met jouw afkomst. Het is heel typisch dat je neefjes hem wel vinden. Jij gaat niet eens op zoek. Jouw nieuwsgierigheid in aanmerking genomen had ik dat wel verwacht. Maar goed, je moet het zelf weten.”
“Ik voel me niet bijster aangetrokken tot spiegels,” grijnsde ik. “Ik kijk er wel eens in hoor,
zeker als ik mijn haar moet doen, maar daar houdt het mee op. Maar hoe zit het met jou? Ben jij er wel eens geweest?”
“Dat is een grote zaal met één en al spiegels. Niemand schijnt die zomaar te kunnen vinden. Corwin zegt er wel eens geweest te zijn.”
“Grappig, Merlijn ook,” herinnerde ik me.
Flora’s knappe gezicht kreeg een geërgerde uitdrukking.
“Allemaal lieden die er eigenlijk niet te zoeken hebben dus. Het zal dan vast iets zijn dat je niet vindt als je er naar op zoek gaat. Ik heb de zaal dus nooit gevonden. Misschien als kind.”
“Hoe dat zo?”
“Ik herinner me heel vaag een grote zaal met spiegels, maar weet niet hoe ik eruit of erin gekomen was, ook niet wat ik er verder heb gezien. Misschien heb ik het ooit gedroomd. Toch vind ik het raar, die zaal zou gemakkelijk te vinden moeten zijn. Toch zeker voor jou, als je de nazaat bent van Lorrayne.”
“Nazaat of niet, ik ben er dus niet naar op zoek geweest en heb, of het nu desondanks of dankzij is, deze niet gezien.
Om weer terug te komen op Tir-na n’Oght, heb ik toen iets gezegd?”
“Nee. Je had haast en keek steeds over je schouder.”
“En de jongens? Uit wat je zei kan ik opmaken dat ze nog vrij klein waren, maar hoe oud waren ze ongeveer?”
“Een jaar of vier. De één dus wat ouder, de ander wat jonger. Hooguit een jaar leeftijdverschil, meer niet.”
“Raar. Aangenomen dat één van die jochies Owen was… zelfs als ik nu zwanger zou zijn zal het leeftijdsverschil meer dan twee jaar gaan bedragen.”
“Dat hoeft niet.”
Nee, dat hoefde niet. Maar om wat voor reden zou ik ervoor kiezen om een zoon sneller dan zijn broer te laten opgroeien? Want dat zou alleen kunnen als ze ieder in een eigen wereld opgroeiden en dat was ik niet van plan. Of zou Flora twee andere kinderen hebben gezien? Uit een verre toekomst?
“Ben je zwanger?” vroeg Flora.
Ik aarzelde voordat ik antwoord gaf. Ik had een vermoeden, maar wilde deze nog niet delen. In plaats daarvan stelde ik een tegenvraag.
“Is er een manier om er vroeg achter te komen of je zwanger bent? Met Owen sloeg ik een aantal periodes over en mijn buik begon te groeien, toen wist ik het pas zeker. Dus na een maand of drie, vier. Het lijkt me handig om het eerder te weten.”
“Je kunt een zwangerschapstest doen. Heel simpel, een soort pen waar je overheen plast en die verkleurt als er zwangerschapshormoon in je urine zit. Of je kunt het iemand van de Feniks vragen, die kunnen dat zo zien. Dan stap je naar Rhex toe en zegt: ‘Hee, Rhex, kun jij zien of ik….’”
“Liever die test,” onderbrak ik haar haastig. “Waar zijn die te verkrijgen?”
“We zijn hier in een modern Frankrijk,” zei ze lachend, “dus bij iedere drogist te koop. Maar ik heb ze gewoon liggen hoor, je kunt er één van mij krijgen. Blijf je vanavond eten?”
“Misschien niet,” zei ik weifelend. “Ik wil met mijn moeder gaan praten.”
“Ach, die paar uurtjes extra…”
“Je hebt gelijk, het lijkt me leuk om te blijven eten.”
“Mooi zo, dan gaan we samen koken. Kun je dat eigenlijk wel?”
Ik keek haar verbluft aan. Had de familie besloten dat ik maar eens zelf voor mijn kost moest gaan zorgen? Eerst mijn vader die me op het eten liet jagen, nu Flora weer. Ach nee, mijn vader deed dat soort dingen vaker met mij, die vond dat gewoon leuk.
“Een beetje,” antwoordde ik.
“Dus een kookboek zou ook een goed kado zijn. Goed, dan doe ik dat. En een Kama Sutra, dat wordt een mooi kado. Ik ga alvast bedenken hoe ik dat in ga pakken, zoveel tijd is daar niet meer voor.”
We zetten de stretchers terug in het standhuisje, ik trok het zomerjurkje weer aan en we liepen de trap op naar de villa. Daar liep Flora meteen naar een hoekkastje, rommelde er wat in en gaf me vervolgens een langwerpig doosje aan met de tekst ‘One Step.’
Ik opende het doosje. Daarin zat iets dat inderdaad het meest op een soort pen leek en een papiertje met gebruiksaanwijzing die ik aandachtig doorlas. Het leek niet erg moeilijk, desondanks hadden ze het er toch in acht talen op geschreven. Na het Engels keek ik ook de Franse en de Griekse teksten door. Daar stond bijna hetzelfde, behalve dat er deze keer niet vermeld stond dat de kleur blauw niet betekende dat je een jongetje verwachtte.
Ik excuseerde mezelf en ging naar de badkamer bij de logeerkamer. Het was raar om met opzet ergens overheen te plassen. Volgens de bijsluiter zou het een minuut of vijf duren voor het resultaat zichtbaar zou zijn, de twee vakjes in de pen sloegen echter meteen al blauw uit.
Ik las de bijsluiter er nog eens op na. Twee blauwe vakjes was zwanger. Maar, zo stond er ergens verderop, in een enkel geval kon het betekenen dat er toch geen sprake was van zwangerschap. Eén vakje blauw was in alle gevallen ‘niet zwanger’.
Na een minuut of vijf bekeek ik de pen nog eens. Nog steeds erg veel blauw. Goed dat was dus duidelijk. Of moest het dat nog worden? Ik vroeg me af of er geen testen bestonden die 100% zekerheid gaven.
Ik spoelde de pen schoon en waste mijn handen. De test ging bij mijn andere spullen, de twee vakjes nog steeds blauw. Vervolgens liep ik weer naar Flora die me gelukkig niets vroeg, maar al in de keuken bezig was. Ze had in de tussentijd een lichtblauwe jurk aangetrokken en een schort voorgedaan.
Ze gaf me een kookboek aan en zei me iets uit te zoeken. Na wat bladeren vond ik een recept met gebakken aardappeltjes (dat had ik al eens eerder gedaan), doperwtjes en worteltjes en een schnitzel. Terwijl ik daarmee aan de slag ging, bereidde Flora een salade terwijl ze me verder onderwees in het omgaan met mannen.
“Ze vinden het fijn als je kunt koken. Dan kun je een gerecht klaarmaken voor twee personen en dan gezellig romantisch samen tafelen. Kaarslicht erbij, goed wijntje en natuurlijk een uitgelezen maaltijd. Wat is Mandors lievelingskostje eigenlijk?”
“Weet ik niet,” bekende ik. “We eten eigenlijk altijd wat er is, een normaal weekmenu dus.”
“Misschien heeft hij wel een voorkeur voor bloedwormen of gebakken baby’tjes.”
“In dat geval heb ik daar niets van gemerkt,” zei ik stug. De verhalen over de eetgewoontes van Chaosieten waren alom in en rond Amber, maar wat ervan waar was? Het zou natuurlijk op hun menu kunnen staan, het was echter ook heel goed mogelijk dat dit meer de kost was van de zogenaamd ‘mindere’ demonen. Mandor had wel eens gezegd dat kleine kinderen soms behoefte hadden aan bestek en servies, uit ijzer- en kalkgebrek. Owen had zich echter alleen nog maar tegoed gedaan aan het meubilair.
“Natuurlijk dien je ervoor te zorgen dat je er altijd perfect uitziet, ook al heb je net uren in de keuken gestaan,” dicteerde Flora verder. “Met jouw levensverwachting heb je alle tijd om een heel repertoire aan recepten op te bouwen.”
“Ik heb er niet zoveel problemen mee als het personeel kookt,” meende ik toch te moeten zeggen.
“Natuurlijk niet. Je zult echter zo nu en dan echt zelf aan de slag moeten. Bijvoorbeeld als jullie eens een romantisch weekendje weg zijn samen. Dan zit je toch niet te wachten op personeel, wel? En dan zou het schandalig zijn als je alleen maar een ei kan bakken!”
“Nou ja, het is weer eens wat anders dan thee met sandwiches,” gaf ik toe. Bijna het enige gerecht dat ik regelmatig in Gormenghast had gemaakt voordat we personeel hadden.

Flora dekte de tafel en vertelde me intussen hoe dat moest. Een schoon tafellaken, alle bestek links naast het bord, de lepel voor dessert rechts. Bij meerdere gangen meer borden en bestek. Het was niet moeilijk te onthouden, toch vond ik het wat veel gedoe. Ze begon zelfs een hele uitleg over welke wijn bij welk gerecht hoorde, iets wat ik halverwege haar verhaal al niet helemaal meer volgde.
Uiteindelijk konden we gaan eten en het smaakte verrassend goed.
“Alleen wat bescheiden,” zei ik na afloop van de maaltijd, toen alle schalen leeg waren (nee, natuurlijk hoorden de pannen niet op tafel, stel je voor!).
“Dan had je meer moeten koken,” onderwees Flora me.
“Hoe dat zo? Er stond in het boek dat het een maaltijd voor vier personen was.”
“Je moet ook niet voor drie eten,” zei ze bestraffend en keek me met een twinkeling in de ogen aan. “Maar wellicht moet jij wel voor drie eten.”
Ik verslikte me in de wijn en kreeg een enorme hoestbui. Tweelingen komen voor in de familie…
Na het eten - alle gebruikte pannen, servies en bestek, gingen in een vaatwasser - kleedde ik me weer om in spijkerbroek, laarsjes en wollen trui. De bikini en jurk mocht ik houden, zei Flora nadat ze me van hoofd tot voeten had bekeken.
“Ik trek die toch niet meer aan.”
Ik bedankte haar, ook voor de gastvrijheid.
“We zien elkaar binnenkort weer,” zei ze. “Op jullie verlovingsfeest. Behalve de kadoos kan ik alvast gaan bedenken wat ik dan aan zal trekken.”
“Ik vind het leuk dat je erbij wilt zijn,” zei ik.

No comments: