Het Overleg en een Beslissing

Julia bleek al in het kasteel te zijn, meegekomen met Jurt. Natuurlijk was het niet erg handig van me om te zeggen dat ik haar bijna vergeten was. Soms ben ik wel zo verschrikkelijk stuntelig met dat soort dingen! Ik weet het, deze eigenschap heb ik van mijn vader meegekregen, maar nu was ik barones van Elysium. Eigenlijk een belachelijke titel, ik zou liever hebben gezien dat ze die achterwege hadden gelaten, helemaal geen titel was ook leuk geweest. Van prinses wordt je barones, veel lager kan het niet. Als barones heb je geen rechten, alleen maar plichten. Niet meer dan een adellijke titel, in feite de waardering van de koningin uitdrukkend voor je trouw. En ja, dat vertrouwen hadden we natuurlijk gewonnen door ons te laten manoeuvreren in een politiek huwelijk.
Maar goed, ik had nu eenmaal voor dit alles gekozen en dat had zo zijn consequenties. In ieder geval moest ik mijn best gaan doen me voorkomender op te stellen in mijn huidige functie. Dat wat er vandaag zou plaatsvinden vandaag was te zien als een start, een goede oefening. Ik zou gastvrouw zijn voor vele gasten met uiteenlopende achtergronden en een verleden dat ten opzichte van elkaar vijandig was.
Alle karren waren opgehaald, Mandor bood me een arm en samen liepen we naar Elysium. We zeiden niet veel onderweg, beiden waren we in gedachten. Ik liet alles wat ik de afgelopen paar uur te weten was gekomen nog eens de revue passeren. ‘Trouw ergens stiekem’ had Iolanthe gezegd. Dat zou niet gebeuren, het klonk alsof het om een verboden liefde zou gaan. Dat was iets wat ik niet wilde, ik wilde dat ons samengaan algemeen bekend zou worden en dat ik niet zou worden gezien als een soort maîtresse voor Mandor. Een stiekem huwelijk zou overigens ook nog gezien kunnen worden als zijnde niet geldig, wat in het ergste geval kon betekenen dat het alsnog mogelijk was om één van ons in een gearrangeerd huwelijk te dwingen. Ik moest er niet aan denken om Mandor te delen met een andere vrouw of zelf te moeten leven met een andere man.
Het feit dat onze bruiloft alleen maar verder uitgesteld werd was niet erg gunstig. Iedere keer zouden er opnieuw dingen spelen waardoor het beter en veiliger zou zijn om niet te trouwen. Hoe lang zou bijvoorbeeld dit probleem gaan duren? En daarna – wist ik al – was er het probleem van de afgesloten handelsroutes naar Amber dat opgelost diende te worden. En daarna zou misschien eerst Eric gekroond moeten worden tot koning. Vervolgens zou er vast weer een aanval van Dalt zijn. Kortom, iedere keer was er wat, ik geloofde er niet meer in. Ondertussen zouden we vier kinderen hebben en ons in allerlei bochten moeten wringen om onze relatie en de gevolgen daarvan geheim te houden. Veel tijd hadden we niet eens, zeker niet nu deze zwangerschap zich zo snel leek te ontwikkelen. Er begon zich een plan te vormen in mijn hoofd, misschien was er toch een mogelijkheid voor ons. Het was niet zoals de meeste mensen zouden willen en verwachten, het zou betekenen dat anderen teleurgesteld zouden zijn, maar het was eigenlijk een heel goede oplossing en vooral zou het geldig zijn.
Inmiddels waren we bij het kasteel aangekomen dat een beetje somber aandeed in het druilerige weer. Ook iets waar aan gewerkt moest worden. We werden netjes ontvangen door het personeel, ik vroeg naar mijn kamer – het was belachelijk dat ik daarnaar moest vragen natuurlijk in een woning ‘die van ons’ was – en de huishoudster ging me voor naar een grote kamer met als hoofdkleur gebroken wit. Alles zag er netjes uit, het bed was opgemaakt met schoon beddengoed, de hele kamer rook fris. Ik bedankte de huishoudster die zich terug trok en de deur achter zich sloot.
In de aangrenzende badkamer zette ik de kranen open om het bad te vullen, maakte een tikje gebruik van Patroon en vond daardoor in de kast precies de kleding die ik wilde dragen en in mijn maat. Mijn huidige jurk was gekreukt en er zaten ook vlekken op van het natte gras eerder.
Het duurde lang voordat het bad vol was, het zou handig zijn om hier ook douches te laten plaatsen. Nog iets voor de lijst. Na het uitkleden bekeek mezelf in de grote spiegel. Er was inderdaad een lichte welving van mijn buik zichtbaar, nu nog goed te bedekken door kleding.
Ik baadde mezelf vlug, waste mijn haar en spoelde het goed uit, stapte uit bad en liet het leeglopen terwijl ik mezelf afdroogde. Ik trok wit zijden ondergoed aan en een paar fijne zijden kousen. Ik borstelde mijn haar goed door en vlocht het, nat als het was, in een lange vlecht op de rug. Daarna trok ik een zalmkleurige jurk aan met een ruim geplooide rok en ruches aan de onderkant, geheel volgens de mode op mijn thuisschaduw. Mijn rijglaarsjes gingen weer aan en ik ging de kamer uit, klaar voor de menigte.

De moed zonk me toch wat in de schoenen toen ik zag hoeveel mensen er waren. Mijn familie alleen al is tamelijk talrijk en ik had de meeste daarvan uitgenodigd. Het feit dat iedereen hierop was ingegaan was eigenlijk verbazend, zelfs Ronardo was teruggekomen op zijn eerdere weigering. Llewella was niet te bereiken geweest, volgens mij had ze zich met opzet afwezig gehouden, maar als halve Rebmaanse zou ze waarschijnlijk toch niet hebben willen meewerken om dit probleem op te lossen. Ze was aanwezig geweest tijdens de verloving, maar had vrijwel niets tegen me gezegd. Brand had ik met opzet niet uitgenodigd. Ik mocht hem niet en had hem het liefst zo ver mogelijk uit mijn buurt.
Er was nogal wat geroezemoes toen ik de grote zaal binnenkwam. Niet vanwege mijn verschijnen, gelukkig niet, maar vanwege Gramble. Hij was net iets eerder samen met Dara de binnengekomen in zijn oorspronkelijke uiterlijk en stond nu in het midden van de zaal.
“Ik vind het erg leuk om jullie hier allemaal te zien,” zei hij met zijn krachtige stem. “Jullie zullen je wel afvragen wat er aan de hand is. Vanwege een verjongingskuur die ik aan het volgen was, kon ik de kracht opbrengen om te ontsnappen tijdens de coup. Dankzij de gastvrijheid die me hier geboden werd, had ik de tijd om helemaal op te knappen. Ik ben heel blij dat ik eindelijk iets heb kunnen vinden dat werkte.”
“Gelul!” riep Jurt.
Gramble grijnsde naar hem. Ik zag dat de meeste aanwezigen het verhaal niet helemaal konden geloofden en vrijwel iedereen leek nogal bevreesd. Dara stond met een licht geërgerde trek op haar gezicht naar haar echtgenoot te kijken. Het leek erop alsof zij graag had gezien dat hij de oude mannetjes act wat langer nog had volgehouden, maar dat hij het gewoon zat was, iets wat ik me heel goed kon voorstellen.
“Als we konijnen waren, dan hadden we dit geloofd,” riep Ronardo.
Ik vroeg me af waarom hij Gramble tegen zich in het harnas zou willen jagen, hij reageerde alsof hij persoonlijk jarenlang voor de gek was gehouden, terwijl hij bij mijn weten Gramble zelfs nog nooit eerder had gezien, ook niet als oude man. Gramble keek hem strak aan.
“Zo, ziel verkocht?” vroeg hij. “En niet eens aan mij maar aan de andere duivel?”
“Bemoei je er niet mee, Gramble!” zei Fiona pinnig.
Ik had geen idee wat er precies speelde. Of zou Gramble doelen op het ‘vreemde’ van Ronardo? Blijkbaar was dat dan toch iets dat anderen ook opviel.
“Wat hebben jullie allemaal gedaan aan het probleem tijdens mijn afwezigheid?” informeerde Gramble terwijl hij de menigte rond keek. Iedereen zweeg.
“Dus jullie hebben niets gedaan? Deze bijeenkomst is het enige zinnige wat er is bedacht?”
“Er zijn anders al twee aanvallen op het paleis geweest!” riep Nicolas Hendrake.
“Twee verloren aanvallen. Zielig gewoon,” vond Gramble.
“Had hij niet oud en seniel kunnen blijven?” hoorde ik Mandor naast me verzuchten. Samen met Julian was hij na mij binnen gekomen, ze hadden zich beiden omgekleed. Mijn vader in iets casueels, Mandor droeg nu een zwarte, strak zittende broek en een wit overhemd. Hij zag er fantastisch uit. Hij knipoogde naar me.
“Je vader en ik hebben dat mens eerst in verzekerde bewaring gesteld,” zei hij zachtjes en liep toen langs me heen naar de andere kant van de zaal.
“Is er al iets besproken?” vroeg Julian die naast me kwam staan.
“Niet waar ik bij was,” zei ik. “Maar ik kom net pas binnen.”
Corwin was de laatste die binnenkwam. Hij keek geërgerd toen hij Julian ontwaarde die ijskoud terug keek. Toen liep Corwin ook naar het midden van de zaal . Hij keek verwonderd naar Gramble en sloeg hem op de schouder, iets dat hard voor mijn aanstaande schoonvader aankwam.
“Weer beter?” zei hij joviaal, “en weet je alles nog?”
“Ik heb een prima geheugen,” zei Gramble met een ijskoude blik, iets waardoor Corwin zich niet uit het veld liet slaan. Integendeel, hij vond een bekentenis in het openbaar op zijn plaats.
“Ik heb het met je vrouw gedaan toen ze nog niet je vrouw was, het kan dus zijn dat een paar van die zonen van mij zijn.”
Gramble keek onbewogen, Dara ergerde zich nu openlijk, mijn vader zuchtte eens diep. Sommige aanwezigen vonden het heel vermakelijk en hoopten waarschijnlijk op meer, anderen vonden het gênant en de rest deed alsof het hun zaak niet was.
Gramble liep naar de tafel waar hapjes stonden en deed er een paar van op een bord.
“Jullie heel hartelijk bedankt voor het eten, het smaakt uitstekend,” zei hij met een blik zowel naar Mandor als naar mij en ging naast Dara zitten.
Corwin vroeg om algemene aandacht, blijkbaar had hij alles geregeld.
“We hebben hier conferentiekamers,” riep hij.
Ik begon meer en meer te begrijpen dat we niets, maar dan ook niets over Elysium te zeggen hadden. We hadden het toegewezen gekregen, maar men deed alsof het openbaar bezit was.
“Ik heb een lijst gemaakt wie met wie in gesprek gaat,” kondigde hij toen aan, “dan kunnen alle groepjes zich naar de kamer bewegen die voor hen is ingericht. Voor alle duidelijkheid, we gaan het paleis van Chaos veroveren en daar zal Gérard een grote rol in spelen.”
“Hoe dat zo?” vroeg Gérard verbaasd.
“Je hebt je luchtschepen immers weer terug,” zei Corwin.
Gérard krabde zich eens in het zwarte haar, een wat verwarde blik in zijn ogen.
“Er zullen dus parachutisten gaan landen. Degenen die niet op die manier mee willen, gaan erheen door middel van Troef.”
“Mensen kunnen ook met mij mee,” bood Jurt aan.
“Eh ja, degenen die dat willen kunnen zich melden bij Jurt,” zei Corwin. “Zijn er nog vragen?”
“Ik wil even wat zeggen,” zei Eric en ging staan. Zoals hij eruit zag, met zijn zwarte haar, felblauwe ogen zoals Deirdre, zijn zwarte baard en geheel in het zwart gekleed maakte hij een imposante indruk.
“Ik ben weer terug. Ik ben echt dood geweest, maar er is iets gebeurd waardoor ik weer leef.”
“En vertel ook maar eens hoe je dat gedaan hebt en wie je daarvoor gebruikt hebt,” zei mijn vader onhoorbaar voor anderen. Ik keek opzij, zijn gezicht stond verbeten. Hij had Eric nog steeds niet vergeven dat deze zijn dochter leeg had getapt voor dat doel. Hoewel ik het zelf niet zo erg vond, begreep ik de houding van mijn vader wel, ik heb zelf ook kinderen.
De algemene opinie was overigens dat Eric loog. Dat hij alleen maar een poos ondergedoken had gezeten toen de grond hem te heet onder de voeten werd.
“Wat ik wil zeggen,” zei Eric zodra het geroezemoes wat was bedaard, “is dat Oberon er nu niet meer is en dat we met een schone lei zouden kunnen beginnen om tot samenwerking te komen. Dat is ook de reden dat ik naar dit overleg ben gekomen, ik wil helpen om de Hoven in ere te herstellen. Ik ben tot de overtuiging gekomen dat de huidige situatie ook voor Amber niet goed is.”
“Ach, een beetje oorlog moet kunnen,” vond Nicolas. Een aantal aanwezigen was het met hem eens, de meeste duidelijk niet.
“Ik heb een aantal Troeven gemaakt,” ging Eric verder alsof de opmerking van Nicolas er niet was geweest. “Ingangen naar het paleis.” Over welk paleis had hij het eigenlijk? Aangezien iedereen keek alsof ze wisten wat hij bedoelde, nam ik aan dat ik ergens wat gemist had, dus ik luisterde naar wat hij nog meer te zeggen had. Het was de bedoeling dat deze Troeven ergens in het paleis werden neergelegd… bedoelde hij nu Paleis Chaos? Deze Troeven werkten naar andere Troeven en iemand moest ze ergens plaatsen. Hij had alles al klaar, er moest alleen nog verdeeld worden. Men knikte instemmend, ik kon alleen maar concluderen dat ik degene was met het mindere intelligente brein. Naar welke Troeven zouden die Troeven dan gaan? Was het de bedoeling dat men zich op die manier zou verplaatsen?
Caine was de volgende die wat wilde zeggen. Hij wilde ook meehelpen met een bijdrage, er waren een aantal andere manieren om het paleis binnen te komen dan Troef of door middel van parachutisten. Iedereen die wilde binnensluipen kon zich bij hem melden, dan zou hij vertellen hoe dat geregeld zou gaan worden. Hij zou spullen uitdelen die je aan diende te zetten en dan was je er, je zou ergens opduiken waar niemand je zou zien.
Jurt kondigde aan dat hij en zijn broers ook een plan hadden. Vrijwel alle aanwezigen keken op slag bedenkelijk.
“Er wordt niets opgeblazen, Jurt!” zei Dara streng. “En iets laten instorten is ook niet toegestaan!”
“Nee, natuurlijk niet,” zei hij verontwaardigd. “We hebben bedacht om een soort tijdelijke brug over de Abyss te maken naar het paleis toe. Dat wil zeggen dat Despil de brug maakt, Merlijn deze in stand houdt en ik zal dan boven met mensen zijn om de brug te verdedigen.”
Er kwam erg weinig reactie op dit plan. Persoonlijk vond ik het echter niet slecht.
“Hoe zit het eigenlijk met de Logrus?” informeerde Mandor. “Heeft er iemand iets van Suhuy gehoord bijvoorbeeld?”
Niemand had iets van hem gehoord, ook de Amblerashes niet. Men kon alleen maar hopen dat deze de toegang tot de Logrus had afgesloten zodat de Masons er niet bij konden komen.
“Waarom wordt er geacht dat de Amblerashes meer weten over Suhuy?” vroeg ik aan Lyntra Helgram die vlak bij me stond.
Ze keek me met een afkeurende blik aan, blijkbaar vond ze dat ik het antwoord op die vraag had moeten weten.
“Bances Amblerash is de hogepriester van het Serpent,” antwoordde ze.
Weer wat geleerd. Zou de Eenhoorn ook een hogepriester hebben? Of waren er meer priesters van beide wezens?
Iedereen was zeer luidruchtig, er werden diensten van diverse Huizen aangeboden, zowel krijgers als tovenaars. Lyntra Helgram en Belissa Minobee Hendrake kregen onderling ruzie wie de beste vechters kon leveren en Great Bukkorn van Huis Clouddancer loste die ruzie op door te dreigen ze met de knoppen tegen elkaar te knallen. Huis Clouddancer zou sjamanen leveren, ook om gewonden te verzorgen die ongetwijfeld zouden vallen. Bij de aanblik van de grote man met de verentooi moest ik ineens weer denken aan wat ik in de poel in Tir-na Nog’th had gezien toen ik er achter probeerde te komen wie er mogelijk verantwoordelijk zou zijn voor het gif. Eén van de personen waar iets mee was was een dame van Huis Clouddancer geweest.
Gramble zei dat hij het paleis kon afschermen tegen bepaalde beschermingen, dat hij het zelfs zou kunnen afschermen in geval Dalt meer troepen zou gaan sturen. Hij kon daarbij wat hulp gebruiken, iemand die goed kon beschermen tegen zowel Patroon als Troef. Meteen veerde Fiona overeind, maar ook Bleys was naar voren gekomen. Ze begonnen onderling te harrewarren wie van hen het meest geschikt was, tot Great Bukkorn zich ook daarmee bemoeide. Waardoor Fiona het twistgesprek won en Bleys zich stijlvol terugtrok door te zeggen dat hij eigenlijk zijn troepen diende aan te voeren, daar Fiona er geen had.
Tegen Deirdre werd door haar broers gezegd dat ze geen troepen mocht leveren. Ik was sneller dan zij met het verontwaardigde: “Waarom niet?”
Het bleek deze keer geen seksediscriminatie te zijn, maar gewoon iets waar ik als non-tacticus niet bij stil had gestaan. Er moesten troepen in Amber blijven. Deirdre mopperde er wat over, het zat haar niet lekker dat uitgerekend haar legers thuis moesten zitten.
“Dan kunnen die van Julian ook beter in Arden blijven,” zei ze beslist.
“Niet allemaal,” zei mijn vader. “Ze kunnen deze oefening heel goed gebruiken. En ik denk erover om er een paar hier in Elysium te legeren voor de zekerheid.”
“We zijn tevens op zoek naar een bepaalde Chaosiet,” kondigde Benedict aan. “Julian en ik.”
“Toch niet mijn voormalige adjudant?” zei Dara verbaasd.
“Nee,” zei Julian.
“Is er dan iets met die adjudant?” informeerde Bances Amblerash.
“Helemaal niets,” haastte Dara zich te zeggen. “Ik heb niets gezegd.”
Er waren meerdere mensen die haar nu wantrouwend opnamen, Dara liep – om zich een houding te geven – naar de tafel toe met drankjes en schonk zichzelf iets in. Gramble had een geamuseerde uitdrukking op zijn gezicht terwijl hij met zijn ogen zijn echtgenote volgde.
Benedict keek mijn vader aan die zweeg. Toen nam mijn oom zelf maar weer het woord.
“We zoeken een Chaosiet die dat eigenlijk niet is.”
“Oh, Darius,” begreep Rhexenor.
Benedict keek hem aan.
“Wat weet je van hem?”
“Eh… niet zoveel eigenlijk.”
“Je bedoelt Radius!” riep Jurt, een gedeelte van het servies van tafel vegend terwijl hij opstond. “Die de jongeren opstookt om het Julian lastig te maken.”
“Dat is toch die zoon van Finndo?” zei Ronardo.
“Is dat zo?” vroeg Benedict.
“Ik denk dat jullie die man bedoelen die zich bediend van vele namen,” bemoeide ik me er toch maar mee. “Iemand die geheel in het paars gekleed gaat steeds. Hij zegt dat hij een zoon van Finndo is en hij heeft contact gezocht met een aantal jongeren om hen te waarschuwen tegen een plan van zijn vader om Amber te vernietigen.”
“Hij heeft ook paarse ogen,” voegde Ronardo er aan toe.
Een aantal aanwezigen knikten, zo’n iemand hadden zij ook wel eens ontmoet.
“Ik heb hem in het paleis niet gezien,” wist Mandor heel zeker.
“Ik ook niet,” zei Merlijn.
“Die persoon waar jullie over praten is een heel gevaarlijk figuur,” waarschuwde Iolanthe.
“Dat vermoeden wij ook,” zei Benedict. “Deze persoon moet dus gevonden worden en gevangen genomen. Als het even kan willen we hem kunnen ondervragen, dus maak hem niet dood.”
“Jammer,” zei Nicolas. Toen veerde hij op. “Je bedoelt ondervragen door middel van marteling?”
“Ik heb de man in kwestie ook niet gezien,” zei Gramble, “maar ik had natuurlijk al mijn aandacht nodig om zelf te kunnen ontsnappen.”
“Hij zit anders meestal in dat café, ‘de Groene Goblin,’” zei Jurt.
“Nu ook?” vroeg ik. “Of weet je waar hij is?”
Hij schudde zijn hoofd.
“Hij is daar niet en ik weet niet waar hij nu uithangt. Van sommige plekken weet ik soms waar bepaalde mensen zijn, maar nu niet van hem.”
Er werd onderling druk gefluisterd en blikken geworpen richting Jurt die keek alsof hij iets teveel had gezegd.
Random vroeg de aandacht door aan te bieden een uitgebreide service op te zetten om het troefverkeer van de vijand te onderscheppen.
“Het zijn Masons! Die kunnen niet of nauwelijks omgaan met Troef!” werd er uitgeroepen.
Random haalde zijn schouders op.
“Ze gebruiken het namelijk wel!” zei hij nadrukkelijk. “Mogelijk hebben ze er hulp bij.”
“Waarom varen we er niet gewoon naartoe?” vroeg Gérard ineens. Ik kreeg de indruk dat hij vanaf het moment dat er over luchtschepen werd gepraat niet meer echt had meegeluisterd. Ik zag verbaasde en geïrriteerde gezichten, zelfs mijn vader ergerde zich deze keer openlijk aan zijn volle broer. Toch was hij het die het uitlegde.
“Dat gaat niet Gérard, er is geen water in de Abyss en het paleis hangt daarboven.”
Het gezicht van mijn oom verhelderde op slag.
“Oh, vandaar die luchtschepen!” zei hij enthousiast.
Corwin zag eruit alsof alles niet verliep zoals hij het zich had voorgesteld, hij leek een tikje humeurig toen hij aankondigde dat iedereen het zelf maar moest gaan regelen onderling. Meteen begonnen zich groepjes te vormen, sommigen vertrokken naar de spreekkamers en anderen bleven in de grote zaal. Ik vergewiste me er eerst van dat er nog steeds voldoende te eten en te drinken was, later zou ik de huishoudster aanspreken over het menu. Er waren een paar dingen die ik eerst wilde regelen. Ik liep naar Mandor toe en vroeg of ik hem even kon spreken. Hij lachte en bood me een arm.
“Gaan wij samen iets doen?” vroeg hij met een veelbetekenende uitdrukking op zijn gezicht terwijl we door de hal naar een studeerkamer liepen.
“Natuurlijk,” zei ik.
In de studeerkamer sloot ik de deuren achter me en stal eerst een kus, die meteen uitliep tot een innige zoen. Ik voelde het verlangen alweer opkomen en merkte ook zijn begeerte op. Ik wist mezelf los te maken voor we te ver zouden gaan en nam even de tijd om mezelf weer onder controle te krijgen, iets dat hij ook deed.
“Mijn excuses,” zei hij toen.
“Voor dit soort dingen wil ik geen excuses meer horen,” zei ik. “Het is net zo goed mijn schuld. Ik had eigenlijk een voorstel. Als je ‘nee’ zegt, gaat het over.”
Hij keek me afwachtend aan.
“We zouden deze gelegenheid aan kunnen grijpen om meteen te trouwen,” zei ik. “Dus echt het officiële gedeelte. Ik denk dat het zelfs passend is de huidige omstandigheden in aanmerking genomen. Volgens mij hebben de regerende hoofden de bevoegdheid om een huwelijk te sluiten.”
“Goed,” zei hij meteen. “Ik ben daar helemaal voor, iedereen die erbij zou moeten zijn is er nu. Idealer kan het niet. Je hebt gelijk, de koninginnen en de koning hebben die bevoegdheid en ze zijn er alle drie. Verder is er eigenlijk ook nog een priester van de Eenhoorn en het Serpent nodig.”
“Die weet ik zo niet,” zei ik peinzend. “Hoewel ik net hoorde dat Bances een priester van het Serpent is.”
“Klopt,” knikte hij. “Misschien dat Deirdre iemand voor de Eenhoorn weet.”
“Ik zal het haar vragen.”
“Wat doe je met je ouders en je broer?” vroeg hij peinzend.
“Daar heb ik over gedacht, ze zullen het niet leuk vinden als we gaan trouwen zonder dat ze erbij zijn. Ik zou kunnen vragen of ze erbij gehaald kunnen worden. Zo niet, dan heb ik veel aan ze uit te leggen later.”
“Ik heb ze ook nog wel het één en ander uit te leggen,” glimlachte hij. “Je zou Random kunnen vragen of hij iets voor je ouders regelt. Ik ben er helemaal voor om dit huwelijk erdoor te krijgen vandaag. We zeggen straks gewoon tegen Corwin dat dat huwelijk er komt, dat we dat zo regelen. Je zult wel een hoop boze mensen hebben, echtelieden die niet uitgenodigd zijn en dergelijke, heb je daar rekening mee gehouden?”
“Ik weet het, maar het kan me niet schelen. We zouden later het feest kunnen organiseren en daarbij iedereen uitnodigen.”
“Heel prima,” grinnikte hij en leek ineens haast te krijgen. Hij gaf me een snelle kus en toen was hij weg.
Ik liep terug naar de grote zaal toen ik Julia tegenkwam.
“Wat is er aan de hand?” vroeg ze, een fijne neus hebbend voor allerlei zaken.
“Helemaal niets,” trachtte ik oppervlakkig te blijven.
“Kom op Morwenna, je houdt me niet voor de gek. Je bent een tijdlang onbereikbaar geweest en ineens kom je opdagen als er moeilijkheden zijn. “En…” ze kneep haar bruine ogen tot spleetjes, “Mandor was ook lang weg.”
“Tjonge,” zei ik luchtig. “Ik denk dat we ieder wat dingen te doen hadden. We hebben echter net een besluit genomen, ons huwelijk gaan we er vandaag nog doordrukken.”
Ze was heel even met stomheid geslagen.
“Vandaag? Waarom dat?”
“Omdat dit een goede gelegenheid is. Met de huidige politieke situatie denken we dat die echtverbintenis er zo snel mogelijk door moet komen.”
“Maar je hebt helemaal de goede mensen niet!” protesteerde ze.
“Ik ben alleen nog op zoek naar een priester van de Eenhoorn. Bances Amblerash schijnt van het Serpent te zijn. De koninginnen en de koning zijn er… meer hebben we niet nodig.”
“Ik wil wel praten met Bances,” bood ze aan.
“Graag,” zei ik.
“Ik vind het toch een rare stap,” zei ze. “Men is bezig met iets heel anders, je huwelijk zal dan niet jouw speciale dag zijn waarbij je in de belangstelling staat.”
“Dat vind ik helemaal niet erg,” grinnikte ik.
Ze bekeek me van top tot teen.
“Het is dat er niets aan je te zien is, anders zou ik bijna gaan denken dat jij om een andere reden wilt trouwen dan alleen vanwege de politiek. Misschien heb je me iets te vertellen?”
“Nu niet. Ik wil je graag een keer uitgebreid met je praten, maar dit is geen goede gelegenheid.”
Een paar meter van me vandaan zag ik een mij onbekende man staan, die me klaarblijkelijk wilde spreken. Ik kon me niet herinneren dat ik hem eerder in de grote zaal had gezien, maar daar was het zo druk geweest… deze man was niet bepaald opvallend, ik kon hem gemakkelijk over het hoofd hebben gezien.
“Julia,” zei ik, “ik vind het leuk om met je te babbelen, maar er zijn nog wat andere mensen die ik moet spreken.”
“Natuurlijk,” zei ze hartelijk. “Ik zal met Bances gaan praten over wat je van plan bent en zien wat ik nog meer zou kunnen regelen.”
Ze liep weg, met een vriendelijk knikje naar de man die nu ietwat verlegen mijn kant op kwam.
“U bent Morwenna?” vroeg hij met zachte stem en maakte een diepe buiging. Hij zag eruit als een jaar of 30, had donker haar en blauwe ogen en droeg nette kleding en schoenen. Ik wist zeker dat hij eerder niet aanwezig was geweest.
“Ik ben Morwenna van Amber,” bevestigde ik, intussen een kniks makend. “Met wie heb ik de eer?”
“Kelder Mason is mijn naam. Mijn excuses dat ik te laat ben.”
“Dat geeft niet,” zei k vriendelijk. “Ik neem aan dat U op de hoogte bent van de situatie?”
De man werd rood en kuchte verlegen.
“Ik vind het bijzonder leuk om u eens te ontmoeten,” zei hij toen. “Het spijt me verschrikkelijk van de overlast die nu is veroorzaakt, één en ander is wat uit de hand gelopen vrees ik.”
Dat was natuurlijk zacht uitgedrukt. Toch geloofde ik de man oprecht was, dat hij niet had verwacht dat er een coup door leden van zijn Huis gepleegd zou gaan worden.
“U moet niet denken dat de coup mijn idee was, of dat ik erachter sta,” verduidelijkte hij nog. “Het is mijn oudste zoon, ziet u. We denken dat hij het heeft gedaan om zijn stiefmoeder te pesten. Mijn oudste zoon Jonas heeft er ook zijn halfbroer Ardan bij betrokken, maar deze is geheel onschuldig. We denken echter dat hij nu ook in het paleis is. U moet Jonas alleen niet te hard vallen, het is een jonge jongen, die dingen gebeuren.”
“Ik begrijp het,” zei ik. “Ik waardeer het zeer dat u bij dit overleg aanwezig wilt zijn. Er gaat iets ondernomen worden tegen de huidige bezetters van het paleis, ik neem aan dat u dat kunt begrijpen.”
“Maar uiteraard, ik had niet anders verwacht,” zei hij. “Mag ik u voorstellen aan mijn vrouw?”
Zijn vrouw, Oliva Mason Duranthe was vrij klein, 1 meter 60 lang, had groene ogen en rossig haar, een wipneus en sproeten. Ze deed me een klein beetje aan Dara denken, misschien was deze ook ergens verwant aan Huis Duranthe. Oliva kon zich niet kleden. Het was niet zo erg vloekend als Random deed, maar de stijl, een veelgewassen spijkerbroek en gympies, deden me toch wat aan hem denken.
Ze begroette me vriendelijk.
“Wat vind ik het ontzettend leuk om hier eens te zijn,” zei ze enthousiast. “Ik had nooit verwacht dat ik Elysium eens met eigen ogen zou aanschouwen.” Ineens besefte ze onder welke omstandigheden ze hier was en ze werd een beetje rood.
“Het spijt ons ontzettend allemaal,” zei ze ook. “We zijn meteen gekomen.” Ze greep me bij de arm. “Onze zoon Ardan heeft hier echt helemaal niets mee te maken, u moet dat geloven! Er is iemand die dat kan getuigen, ene Lex… Lexicon ofzo. Die heeft een poosje geleden met hem gepraat.”
“U bedoelt mijn neef Rhexenor denk ik. Ik kan u aan hem voorstellen straks.”
“Als dat niet teveel gevraagd is?”
“Natuurlijk niet. Ik zal u eerst voorstellen aan Corwin, die hier nu de algemene zaken aan het regelen is. Dan kan hij u later de gelegenheid geven om nog eens tegen iedereen te vertellen wat u zojuist tegen mij gezegd heeft.”
Beiden keken zeer bedenkelijk.
“Als u denkt dat het nodig is… we hebben veel vernomen over Corwin’s moordpartijen.”
“Ik weet van zijn reputatie. Ik kan alleen zeggen dat hij veranderd is.”
“Ik ben onder de indruk van het geheel,” zei Oliva om zich heen kijkend, zich nog altijd vastklampend aan mijn arm. “Dit is allemaal even mooi, de gordijnen, de meubelen…”
“Ik zal u nu kennis laten maken met Corwin,” onderbrak ik haar. Ze liet mijn arm los en zij en haar man volgden me aarzelend. Wat een stel! Als zij de leden van Huis Mason weerspiegelden, kon ik me voorstellen dat niemand onder de indruk was van dit Huis. Maar ze schenen zich werkelijk zorgen te maken om Ardan en als alles zou gaan zoals men nu aan het plannen was, zouden er wel eens een heleboel slachtoffers kunnen vallen, waaronder Ardan. Ik besloot Rhexenor te vragen of hij de jongen daar op kon sporen en weg wilde halen voordat de puinhoop zou beginnen.
Corwin was maar matig geïnteresseerd in het stel en in het verhaal van Kelder, iets dat ik hem inwendig behoorlijk kwalijk nam.
“Je moet maar zo denken, in iedere familie is wel eens wat, ik heb twee broers die zo vervelend eigenwijs zijn,” was zijn opmerking.
Ik wist zeker dat hij onder andere op mijn vader duidde. Kelder deed nog een poging om voor Ardan te pleiten, wat bij Corwin niet meer reactie teweeg bracht als: “jaja, het is wat.” Met een woedende blik naar mijn oom - dit alles, dit overleg en de komende samenwerking was echt niet bedoeld als ter meerdere glorie van Amber - bracht ik het echtpaar naar een tafeltje en bood ze wat te drinken aan.
“We willen niet in de weg zitten hoor,” zei Oliva.
“Dat is niet het geval,” zei ik. “Het probleem is dat ik nu dringend wat mensen moet gaan spreken. Ik zie u later nog.”
Ik haalde wat wijn voor ze en een bordje waarop wat ham-aspergerolletjes lagen. Ze keken er dankbaar naar.

Deirdre was in een gesprek verwikkeld met haar echtenoot en samen aan het lachen om iets. Dit leek niet het goede moment om te storen en ik wilde weer weglopen toen Deirdre me zag. Ze wierp een woedende blik naar Nicolas en kwam naar me toe.
“Wilde je me spreken?”
“Alleen als ik niet stoor.”
“Je komt als geroepen. Je hebt me gered van een heel vervelend gesprek met de vader van Rhexenor. Die doet weer zo vreselijk opdringerig!”
ik zei haar maar niet dat het er voor mij heel anders had uitgezien. Ik begreep niet goed wat voor relatie ze precies had met Nicolas. Ze had me ooit verteld dat ze getrouwd waren, maar hoe het verder zat? Het waren mijn zaken niet.
Ik nam haar apart en vertelde haar dat Mandor en ik vandaag nog wilde trouwen.
“Weet jij een priester van de Eenhoorn?” vroeg ik haar.
“Coral,” zei ze achteloos. “Weet je zeker dat je dit vandaag wilt doen?”
“Heel zeker.”
“Ik denk dat het moet kunnen,” zei ze toen langzaam. “Het is helemaal niet zo’n slecht idee. We zullen dit meteen met Dara bespreken.” Ze nam me bij de arm en voerde me mee naar het andere deel van de zaal, waar Dara in gesprek was met Tubble Tunder van Huis Chanicut.
“Dara, we moeten je even alleen spreken,” zei Deirdre met haar besliste stem.
Dara glimlachte, nam afscheid van haart gesprekspartner en ging mee naar een kleine spreekkamer, waar Deirdre haar vertelde dat het huwelijk vandaag nog gesloten zou gaan worden. Dara was ontzet.
“Wat!” Haar ogen spogen vuur. “Dat kan helemaal niet!”
“Dat kan wel,” zei ik. “Iedereen die echt aanwezig moet zijn bij het huwelijk is er nu en het is zowel in het belang van Chaos als Amber dat het niet verder uitgesteld wordt.”
“Dat is ook helemaal de bedoeling niet. Jullie huwelijk is gepland voor hierna, als dit probleem voorbij is!”
“Dara, er is iedere keer wel een probleem waardoor het opgeschort wordt. Eigenlijk is dit een uitstekende gelegenheid.”
“Maar het feest dan! De gevechten, de cadeaus, het bloed dat zal vloeien…”
“Ik zal het niet missen. Op deze manier voorkomen we mogelijk bijvoorbeeld beraamde aanslagen. En een feest zullen we dan later geven,” beloofde ik. Eigenlijk vond ik het plan steeds beter worden, op deze manier hadden Mandor en ik alles veel meer in eigen handen.
“En Mandor dan! Je denkt alleen aan jezelf. Mandor wil wel graag een groots festijn.”
“Dat wil hij niet,” verzekerde ik haar. “Hij staat hier volkomen achter.”
“Dat bestaat niet. Je hebt hem gewoon omgepraat!”
“Ga het in ieder geval regelen met je man en met Bances,” kwam Deirdre tussenbeide. “Wij als koninginnen moeten onze toestemming geven, Gramble als koning ook.”
“Ik snap er niets van,” zei Dara. “Waarom ineens deze ommekeer? Het is vast puur seks!”
“Het is geen ommekeer,” zei ik. “Dat huwelijk staat nu al bijna anderhalf jaar in de planning om de banden tussen Chaos en Amber te verstevigen. Het wordt gewoon tijd dat het voltrokken wordt.”
Ineens werd haar blik geslepen en bekeek ze me van top tot teen. En nog eens.
“Ik begrijp het al,” zei ze toen langzaam. “Ik begrijp het inderdaad. Ik ga wel mijn man opzoeken.”
Ze draaide zich om zonder gedag te zeggen en verliet de kamer, aan haar hele houding was te zien dat ze woedend was. Ik wist niet zeker of ze de laatste opmerking nu had gemaakt om me uit mijn tent te lokken of dat ze daadwerkelijk iets aan me had gezien. Het kon me maar weinig schelen.
“Dat viel mee,” zei Deirdre opgewekt. “Ik ga regelen wat nodig is, ik adviseer dat je zelf even met Coral gaat praten.”

Coral stond ergens helemaal alleen met een glas in haar handen. Ik meende haar gezicht te zien opfleuren toen ik naderbij kwam, wat me deed afvragen of er helemaal niemand was die een praatje met haar was komen maken.
“Hoe is het met jou?” vroeg ik toen ik tegenover haar stond.
“Redelijk,” zei ze.
“Ik zie dat je niet meer zwanger bent,” zei ik aarzelend.
Ze lachte.
“Al een poosje niet meer, Arthur is nu twaalf.”
“Je hebt dus een zoon? Gefeliciteerd! Is alles goed met hem?”
“Hij doet het prima,” zei ze met moederlijke trots. “Het is een geweldig joch!”
“Ik hoorde net dat jij priester van de Eenhoorn bent.”
Ze schrok zichtbaar en liet het glas bijna uit haar handen vallen.
“Hoe weet jij dat? Dat is nog niet zolang het geval en er is niemand die het weet.”
“Deirdre zei dat. Mandor en ik willen straks trouwen en er schijnt zowel een priester van de Eenhoorn bij nodig te zijn als een priester van het Serpent. Ik zou het zeer op prijs stellen als jij een rol wilt spelen in de ceremonie.”
Ze werd bleek en omklemde het glas zo stevig dat ik bang was dat ze het zou breken.
“Ik weet niet of dat zo’n goed idee is. Ik heb dat nog nooit gedaan! Misschien kun je beter iemand anders hierover benaderen.”
“Ik weet niemand anders. Maar als het allemaal zo nieuw is, zou je kunnen praten met Bances Amblerash, hij is priester van het Serpent.”
Ze keek me aan of het me nu totaal in mijn bol was geslagen.
“Ik ga niet met hem praten, hij is van de vijand!”
Ik zuchtte. We hadden hier een bijeenkomst tussen Amber en Chaos, maar ze zag hen dus als de vijand. Ik wist zeker dat ze niet de enige was die er zo over dacht.
“Bovendien kan het helemaal mis gaan,” voegde ze eraan toe. “Bij zo’n ceremonie is er een kans dat de Eenhoorn verschijnt en wat dan? Het zit hier vol met vijanden. In het ergste geval, omdat jullie die stomme Bances er ook gaan bijhalen, verschijnt het Serpent ook en dan is er helemaal een probleem.”
“Er zijn altijd risico’s,” zei ik in de stille hoop dat dit alles niet zou gebeuren. Niet als we er een snelle en vooral vlekkeloze ceremonie van wilden maken. Een ceremonie zonder obstakels, zonder gevechten, zonder aanslagen. Misschien was dat alles ijdele hoop, de voorspelling van de andere Morwenna was ik nog steeds niet vergeten. Het feit dat er nu een component van gif was geneutraliseerd wilde niet zeggen dat ik nu opgelucht kon ademhalen.
“Je zou echt beter iemand anders kunnen zoeken,” zei ze hoopvol. “Dworkin bijvoorbeeld.”
“Is dat een priester?” vroeg ik verbaasd. “Hoewel, hij heeft natuurlijk wel dat huwelijk van Rhexenor en Dyenne gedaan.” Als dat in zijn functie als priester was geweest, verklaarde het veel. Ik had me inderdaad wel eens afgevraagd waarom de Hoeders van het Patroon en de Logrus dat huwelijk officieel maakten, daar zowel Dyenne als Rhexenor helemaal niets hadden met noch het één noch het ander.
“Suhuy was daar ook bij,” herinnerde ze zich. “Misschien zijn het geen echte priesters, anders hadden ze hier wel geweest vanwege jullie voorgenomen huwelijk.”
“Dat besluit is net pas genomen,” zei ik.
“Dat zou er niet toe moeten doen voor hen. Waarschijnlijk zijn Rhexenor en Dyenne speciaal en zijn jullie dat niet. Anders zouden ze er echt zijn.”
“Dat kan,” zei ik zuchtend. “Hoe dan ook, ik zou het erg op prijs stellen als je dit zou willen doen voor ons.”
Zij zuchtte ook.
“Ik denk niet dat ik eronderuit kom. Goed, ik ga dan wel met die Bances praten.”
Ze zette haar glas ergens op een tafel en liep diens richting uit.
Nu stond ik alleen en kon ik de mensenmenigte overzien. Er werd heftig gediscussieerd, vooral over aanvallen en vechten. Corwin was aan het praten met Random en Rhexenor, ik zag daar ook Xeena bij staan met een verongelijkte uitdrukking op haar witte gezicht. Wat deed dat wicht hier? Hoe kwam ze hier eigenlijk? Ergens verderop ontwaarde ik Mandor die in gesprek was met Jurt en Despil. Aan de houding van Mandor kon ik opmaken dat hij het niet naar zijn zin had.Hij viel zelfs uit tegen Jurt, iets dat heel ongewoon was voor mijn immer geduldige verloofde. Ik vermoedde dat hij het gevoel had geleefd te worden, dat hij zijn grip op bepaalde situaties aan het verliezen was.
Er werd over van alles en nog wat gepraat. Er was echter iets dat vreselijk over het hoofd werd gezien of gewoon genegeerd. En dat was het feit dat die voorwerpen die een aantal van de bezetters had zo vreselijk sterk waren. Niemand, maar dan ook niemand besprak de mogelijkheid om samen te werken met Logrus en Patroon om de macht daarvan te af te zwakken. En zonder dat zouden de aanvallen die ze nu aan het plannen waren, wel eens van heel korte duur kunnen blijken. Het was dus iets dat ik zelf moest gaan aankaarten. En dat zou betekenen dat ik dat ik de aandacht moest gaan trekken van al die mensen en ze toe moest spreken. Al die mensen, ik voelde me vreselijk ongemakkelijk bij het idee alleen al. Maar het was de enige manier.

No comments: