Deel 20: William Osbourne

Eigenlijk is het een raar iets, die troefcontacten. Je hebt een kaart in je handen en je kan praten met de persoon die op de kaart staat afgebeeld, waar hij ook zit. Ik ben er nog steeds niet uit hoe vaak je met goed fatsoen deze kunt gebruiken en of het onbeleefd is om zomaar met iemand contact te maken, ook al doen ze nog zo aardig.
Nadat ik afscheid had genomen van Sand, heb ik eerst contact gemaakt met Ronardo. Ik had hem al weken niet gesproken, dus was benieuwd hoe het met hem ging. Nou, dat was dus een typisch geval van een beleefdheidsgesprek, Ronardo was te beleefd om te zeggen dat het gesprek hem niet uitkwam, of liever, dat hij er geen zin in had, maar daar kwam het wel op neer.
Daarna heb ik mijn vader getroefd, met wat reserves van mijn kant, altijd bang om te storen, lastig gevonden te worden, etc. Dit contact verliep echter heel anders, we hadden een prettig gesprek, waarbij hij er alweer op aandrong om het hem te laten weten als hij me kon helpen en om anders gewoon even bij te praten. Voor hem geldt hetzelfde als voor mij, hij is bang dat ik het als een inbreuk op mijn privacy zie als hij me ‘steeds’ troeft. Hmm, ik denk dat ik mijn ideeën over iemand storen maar eens moet herzien. Het ligt er natuurlijk aan door wie ik wordt ‘gestoord’. Hij mag altijd troeven, en dat heb ik hem ook gezegd.
Een goed gesprek trouwens. Hij maakt zich zorgen over Corwin, die nog steeds weg is. Het is niets voor Corwin om zo lang niet bereikbaar te zijn, dus ik kan me zijn zorgen goed voorstellen. Hij gaat nu naar hem op zoek. Dat lijkt me een goed iets, al vraag ik me af hoe Corwin het gaat vinden als hij uit de problemen wordt gehaald, mits hij problemen heeft natuurlijk, door Julian.
Ik heb hem verteld van mijn ontmoeting met Delwin. Hij vond dit vreemd en goed tegelijkertijd. Vreemd dat Delwin me persoonlijk wilde ontmoeten, goed omdat Delwin een heleboel dingen weet omdat hij op plaatsen komt waar niemand anders komt en dingen hoort die niemand anders hoort. Toen ik hem vertelde een poosje te gaan optrekken met William Osbourne, had hij even dezelfde uitdrukking op zijn gezicht als Delwin toen ik hem dat toezegde. Echt, toen was even heel duidelijk te zien dat het broers zijn. De opluchting in feite dat ze dat niet zelf op zich hoefden te nemen.
Het verbaasde hem dat er een zoon van Osric was opgedoken, Maar misschien is het nog veel vreemder dat er verder helemaal niets bekend is over kinderen van zowel Osric als Finndo…. Zouden er meer zijn ‘opgeborgen’ zoals deze William? Wat wisten Finndo en Osric en waar waren ze mee bezig toen ze verdwenen? Ik denk dat Osric inderdaad dood is óf in een situatie is, waar hij niet uit weg kan. Anders zou hij nooit zijn zoon daar zo lang hebben laten liggen totdat iemand anders hem zou vinden.

Een andere, voor mij nog wat vreemde manier van troef gebruiken is door middel van een schets. Toen ik me concentreerde op de schets die ik van Delwin had gekregen, veranderde deze langzaam in de echte wereld… die wereld… waarnaar ik stond te kijken door een ‘raam’. Toen ik besloot om door het raam in die wereld te stappen, ging ik als het ware door een soort deur en was ik in de stad. Achter me een steegje, voor de mensen die hier liepen moest het zijn alsof ik net uit dat steegje kwam. Ik merkte meteen dat de tijd in die wereld heel langzaam ging. Sinds ik een paar patronen heb gelopen lijkt mijn gevoel daarvoor beter ontwikkeld te zijn. Opvallend was ook dat mijn kleding was mee veranderd tijdens het door de troef stappen. Kleding verandert wel als ik door Schaduw reis, maar ik heb het nog niet eerder meegemaakt als ik door een troef ga.

Het stadje had wat van Venetië. Ik vond het er niet fijn. Het was een typische stad voor Delwin trouwens om er iemand op te bergen, deze ‘Stad zonder Naam’. Natuurlijk was er geen lijst van ingezetenen. William heb ik uiteindelijk gevonden… of hij heeft mij gevonden… door middel van een detective. Hij was heel voorzichtig, wat niet vreemd is. Delwin heeft hem goed geïnstrueerd en er zal ook een pietsje eigen achterdocht bij gekomen zijn.
William lijkt me een aardige jongen. Vreemd wel. Hij kan dingen, zoals hij zelf al zei, maar ik kreeg er een vreemd, niet prettig gevoel bij. Zoals hij zijn hand boven de doorgelopen schets van Delwin hield. Daar straalde een Macht vanaf die voor mij vreemd aanvoelt. En ook de Macht die hij gebruikt heeft om niet gestoord te worden. Vreemd, raar, niet fijn. Het erge is dat hij het allemaal onbewust lijkt te doen. Verder noemt hij zich William Osbourne omdat dat de naam is die op zijn rijbewijs staat. Maar voor hem is het niet meer dan een naam. En hij draagt zijn bijzondere sabel met zich mee in een bijpassende koffer.

Weer terug bij troefcontacten. Ook een nieuwe ervaring toen ik Benedict troefde vanaf dat eiland Avalon. Het was moeilijk om contact te krijgen met hem, hij leek erg snel te gaan, bijna ongrijpbaar, het duurde even voor één en ander beter op elkaar was afgestemd. Benedict troefde ik niet alleen vanwege William, maar ook om hem dingen vragen over Osric en Finndo. Omdat ik het idee had dat door een troef stappen nog te schokkend zou zijn voor William - hij zei trouwens regelmatig dat Delwin hem op het hart had gedrukt heel voorzichtig te zijn, niet te proberen om herinneringen te forceren – heb ik Benedict gevraagd om naar ons toe te komen. Had ik dat nu maar niet gedaan, dan was me een hoop ergernis bespaard gebleven. Goed, dankzij mijn oudste oom weet ik nu dat William een kleinzoon is van Osric, de zoon van Osrics dochter Andrella.
Maar het duurde niet lang voordat Benedict op zijn stokpaardje kwam: vechten. Iets wat ik niet goed genoeg kon in zijn ogen. Nu is er niemand die kan vechten zoals hij, dus ik vond het niet bepaald een zorgelijke toestand. Maar hij bood aan me te trainen en William ook. Dat zijn vier weken geweest van afzien, gedrild worden en wat dies meer zij. De training van meer dan een half jaar die mijn vader me eerder heeft gegeven deed hij af als waardeloos. Ik begrijp nu wel wat het verschil is: vindt mijn vader het doel het belangrijkst, bij Benedict is dat zoiets als het uiteindelijke resultaat en zul je de kunst (ik denk dat dit hier de beste uitdrukking is) van het vechten volledig moeten beheersen eer je je druk gaat maken over je doel.
Ik ben blij dat Benedict mijn vader niet is.

En dan Flora. Oh wat was ze blij me te zien. Helemaal in de wolken was ze toen ze hoorde van de nieuwe familieaanwas. Dadelijk even terug troeven bleek neer te komen op een halve dag. In die tijd had ze zich helemaal gekleed voor dé ontmoeting, ik vermoed dat ze door Schaduw is gereisd om die jurk te gaan kopen. Zou ze niets meer in de kast hebben gehad? Ook Ronardo meldde zich weer door me te troeven. Zag er ook al uit alsof hij van een modeshow vandaan kwam. Alsof hij en Flora dat zo hadden afgesproken, al denk ik dat zijn gesprek met Bleys hem eerder op die klederdracht heeft gebracht.
En dan hebben we Rhexenor nog. Getroefd door Ronardo. En wat zag deze eruit. Het andere uiterste zeg maar. Was mee met ome Gérard op een piratenschip om piraten te bevechten. Hij ziet er zelf uit als de eerste de beste rovende en moordende piraat! Zou er een verschil zijn tussen de piraten van Gérard en degenen die ze gaan bevechten? Zijn er slechte en goede piraten?

No comments: