Deel 18: Corrilane

Volgens Bleys en ook Julian, hebben ze in Rebma een hele show voor ons opgevoerd. Hoezo is er niets te doen in Rebma. Bleys zegt dat die van Rebma overal een vinger in de pap hebben. Blijkbaar kon Oberon dat niet goed hebben, deze was op zoek naar het geheim van Rebma. Ik denk niet dat ik nog vaak in Rebma zal komen. De onderwaterstad mag zijn interessante kanten hebben, het is niet mijn stad. En politiek mogen ze zeuren wat ze willen, daar interesseer ik me ook niet echt voor. Ik ga alleen eens kijken hoever ik kom met dat schrift, dat lijkt me wel weer boeiend.

Phillipien heeft zich tijdens mijn afwezigheid goed vermaakt, er waren hier genoeg duiven te eten. Ik heb verslag uitgebracht aan de koning, mondeling. Oh ja, ik moet ook nog iets op schrift zetten, weer iets voor mijn lijstje. Random beweerde niet te begrijpen waarom ze ons hadden uitgenodigd in Rebma. Hmm, als ik de opmerkingen van Julian en Bleys mag geloven, dan zullen ze ons hebben uitgenodigd om te zien wie de nieuwe familieleden zijn.
Oh ja, in TNO schijnt Benedict zijn arm te zijn kwijtgeraakt en heeft deze later terug gekregen. Toch eens vragen hoe dat zit. En hij, Random dus, vond het niet verstandig van Flora om me daar Patroon te laten lopen. Hmm, daarover zijn de meningen dus verdeeld weet ik nu. Persoonlijk ben ik blij het wel gelopen te hebben. Met Flora heeft hij wel gemeen dat hij ook al naar een verloofde vroeg. In Rebma zeker! Duh… Geen tijd voor romantiek, dacht hij. Wat een gezeur en waar bemoeien ze zich mee!

Ik heb besloten maar eens gehoor te geven aan de uitnodiging van Sand. Nu kon ik haar natuurlijk troeven, of naar de poort gaan naar Corrilane of door Schaduw reizen. Ik heb het laatste gekozen. Ten eerste omdat ik dat vaker wil gaan doen en het me een zeer goede oefening lijkt, ten tweede zou de rit door Arden heen voeren, altijd kans dat ik mijn vader daar tegen zou komen. Anders zou ik hem aan het eind van de dag troeven.
Natuurlijk was hij daar. Mijn komst was niet onverwacht, hij weet het wie er door Arden reist, het is zijn gebied. Hij vroeg me of ik hoopte hem te ontmoeten, een opmerking die me echt goed deed. Blijkbaar vindt hij me niet lastig of een verwend zeurend kind. Natuurlijk heeft hij niet altijd tijd, dat verwacht ik ook helemaal niet. Uit wat ik me vertelde kon ik opmaken dat er heel veel problemen zijn in Arden. Hij maakte min of meer zijn excuses voor het feit dat hij mij dat gedoe met die altaren en die enge wezens liet oplossen, hij heeft er eenvoudig geen tijd voor. Ik ben juist blij dat hij me dat niet uit handen probeert te nemen, een teken dat hij me die taak toevertrouwt. Ook is hij tot nu toe de enige die positief gereageerd heeft op het lopen van Patroon in Tir Nan Ocht. Maar de strakke blik waarmee hij me aankeek toen ik vertelde over de ontmoeting met Oberon… dan lijkt hij echt op zijn vader! Mijn grootvader dus. Zou ik dat ook kunnen? Het feit dat ik me niet gedwongen voel de opdracht van Oberon onmiddellijk uit te voeren, betekent volgens Julian dat hij het niet zelf was, maar een soort van afspiegeling. Het is natuurlijk wel op de achtergrond van mijn denken. En eerlijk is eerlijk, ik ben ook wat nieuwsgierig om inderdaad die voorwerpen of iets soortgelijks te vinden. Oh ja, de opmerking ‘de dochter van Bleys’, maakte niet veel indruk op mijn vader. Ik denk dat het hem niet uitmaakt of het wel of niet zo is. En ook dat hij zeker weet zelf mijn vader te zijn.
Hij gaf me het advies om met Caine over Tir Nan Ocht en Patronen in het algemeen te praten. Nu nog bedenken hoe ik dat ga aanpakken, het kan zijn dat ik krediet heb bij Caine, maar het zal inderdaad volgens de regels van Het Spel moeten. En daar ben ik gewoon niet echt goed in.
Julian zegt dat het vreemd is dat ik het gevoel heb dat ik iets mis sinds het derde Patroon. Terwijl ik dacht dat dit normaal was…
Het was een prettig gesprek, het doet me goed dat hij me het onderzoek naar die wezens volkomen toe vertrouwt. Wel drong hij er op aan dat ik hulp zou vragen als ik in de problemen zou komen.
Hij was trouwens erg verbaasd dat ik hem de groeten deed van mijn moeder, ik denk dat hij er verlegen mee was.

Het reizen door Schaduw ging goed. Na een dag of drie was ik er al. Het is een mooie wereld, de wereld van Sand. Draken, elfen en tovenaars. Bijna sprookjesachtig. En Sand is er de koningin. Het gaat de bevolking niet slecht, te oordelen naar de kleding en hun behuizing.
Sand heeft me vriendelijk welkom geheten, ik geloof dat ze het op prijs stelde dat ik gehoor heb gegeven aan de uitnodiging. Haar broer Delwin wilde me ook ontmoeten, volgens Sand is dat een hele eer. Ik vraag me af waarom hij dat wil, maar misschien kom ik daar nog achter.
Deze wereld heeft ze trouwens geërfd van haar moeder. Haar moeder is trouwens, in tegenstelling tot de de meeste andere vrouwen van Oberon, vroeg oud geworden en gestorven.

Erg gek met haar broers en zussen is ze helemaal niet. Ze vindt ze arrogant. Achter de problemen die nu spelen, zit vast een familielid. Ze denkt dat haar broers en zussen zich te pletter vervelen (hmm, zeker al een poos niet meer in Arden geweest) en ze vindt ze achterbaks. Oh ja, nu zijn ze aardig tegen de nieuwe generatie, maar er komt een keer dat ik me bemoei met iets wat een direct familielid raakt en dan heb ik een probleem. Ik denk dat ze daar wel eens gelijk in kan hebben. Verder zegt ze dat ik vijanden zal krijgen of ze misschien al heb. Ook dat is iets waar ik me zeer bewust van ben. En natuurlijk zal ik op een gegeven moment voor mezelf moeten zorgen, ik verwacht niet anders.
Natuurlijk was daar ook weer de vraag wat mijn toekomstplannen zijn nu ik weet dat ik onsterfelijk ben en machten heb. Tja, wat moest ik daar nu op zeggen. Politiek interesseert me niet echt, dus die richting zal het niet opgaan. Ik wil graag geheimen van Arden leren doorgronden. Zij dacht dat dat vanwege mijn vader is, maar zo is het niet. Ik weet dat er ruïnes zijn, die niet of nauwelijks zijn onderzocht. Mijn vader interesseert dat maar matig en bovendien heeft hij er niet echt tijd voor. Arden is een gebied waar niemand de grenzen van weet en dat boeit me enorm.
Ik heb haar gevraagd naar het oerpatroon en de opmerking gemaakt dat ik denk dat het een aanvulling zal zijn op de andere drie. Ze keek me nadenkend aan en zei er een andere keer op terug te willen komen.
Het is een zware en verantwoordelijke baan om koningin te zijn. Ze probeert zoveel mogelijk aan de edelen over te laten, maar desondanks heeft ze nog steeds veel werk te doen.

En Delwin heb ik nu ook ontmoet. Een knappe en vriendelijke man. Broer en zus hebben inderdaad een heel bijzondere band, steviger dan ik eerder bij andere broers en zussen heb gezien.

No comments: